H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1995
Evangelisatie is een wereldwijde en dynamische actie, waardoor de Kerk deelneemt aan de profetische, priesterlijke en koninklijke zending van de Heer Jezus. Daarom is zij onscheidbaar verbonden met de dimensies van verkondiging, viering en dienst van naastenliefde. Het is een ten diepste kerkelijk handelen, dat allen aantrekt die op de verschillendste manieren voor het Evangelie werkzaam zijn, ieder naar zijn talenten en zijn ambt.
Dat geldt ook voor de verkondiging van het Evangelie van het leven, een wezenlijk bestanddeel van het Evangelie dat Jezus Christus is. Wij staan in dienst van dit Evangelie, gedragen door het besef dat wij het als een gave ontvangen hebben en uitgestuurd zijn om het aan de hele mensheid 'tot aan de grenzen van de aarde' (Hand. 1, 8) te verkondigen. Nederig en dankbaar beseffen wij dat wij het volk van het leven en voor het leven zijn en zo presenteren wij ons aan iedereen.
Wij zijn het volk van het leven omdat God ons, in zijn onvoorwaardelijke liefde, het Evangelie van het leven geschonken heeft, en wij door dit Evangelie veranderd en gered zijn. Wij zijn door de 'Leidsman ten leven' (Hand. 3, 15) vrijgekocht voor de prijs van zijn kostbaar bloed Vgl. 1 Kor. 6, 20 Vgl. 1 Kor. 7, 23 Vgl. 1 Petr. 1, 19 en door de doop deel van Hem geworden Vgl. Rom. 6, 4-5 Vgl. Kol. 2, 12 , zoals takken die uit de ene stam levenssap en vruchtbaarheid halen Vgl. Joh. 15, 5 . Innerlijk vernieuwd door de genade van de Geest, 'die Heer is en het leven geeft', zijn wij geworden tot een volk voor het leven en worden wij uitgenodigd om ons ook zo te gedragen.
Wij worden gezonden: in dienst van het leven te staan is voor ons geen grootspraak maar een plicht die ontstaat uit het besef 'een volk' te zijn 'dat het bijzondere eigendom van God werd, opdat het zijn grote daden verkondigt' (1 Petr. 2, 9). Op onze weg leidt ons en draagt ons de wet van de liefde: het is de liefde welker bron en voorbeeld de mensgeworden Zoon van God is, die 'door zijn dood aan de wereld het leven heeft geschonken' Vgl. Romeins missaal, Gebed van de celebrant voor de communie..
Wij worden als volk gezonden. De plicht van dienst aan het leven rust op allen en op ieder afzonderlijk. Het gaat om een echt 'kerkelijke' verantwoordelijkheid die vraagt om het op elkaar afgestemde, grootmoedige handelen van alle leden en alle groeperingen van de christelijke gemeenschap. De gemeenschappelijke opgave heft echter de verantwoordelijkheid van iedere mens niet op, en maakt die ook niet minder. Aan hem is het gebod van de Heer gericht om voor iedere mens 'tot naaste te worden': 'Ga en doe evenzo!' (Lc. 10, 37).
Wij voelen allen samen de plicht om het Evangelie van het leven te verkondigen, het in de liturgie en in ons hele bestaan te vieren, het te dienen met verschillende initiatieven en structuren die ten doel hebben het te steunen en te bevorderen.