H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1995
Het gezin heeft een speciale rol te vervullen in het leven van zijn leden, van de geboorte tot de dood. Het is waarachtig 'het heiligdom van het leven: de plaats waar het leven - het geschenk van God - op gepaste wijze kan worden opgenomen en beschermd tegen de vele aanvallen waaraan het blootstaat, en zich kan ontwikkelen overeenkomstig de eisen van een echt menselijke groei'. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 39 De rol van het gezin bij het vestigen van een cultuur van het leven is dan ook beslissend en onvervangbaar. Als huiskerk heeft het gezin de roeping om het Evangelie van het leven te verkondigen, te vieren en te dienen. Deze verantwoordelijkheid betreft allereerst de echtparen, met de roeping om de schenkers van het leven te zijn, op basis van een steeds groter besef van de betekenis van de voortplanting als een unieke gebeurtenis die duidelijk laat zien dat het menselijk leven een gave is, ontvangen om haar vervolgens door te geven als gave. Door een nieuw leven te doen ontstaan erkennen ouders dat het kind 'als de vrucht van hun wederzijdse liefdesgave op zijn beurt een geschenk is aan hen beiden, een geschenk dat uit hen voortkomt'. Paus Johannes Paulus II, Toespraak tot de deelnemers aan het VIIe Symposium van de Europese Bisschoppen over het thema 'De huidige houdingen tegenover geboorte en dood: een uitdaging voor de evangelisatie' (17 oktober 1989), 5: Insegnamenti XII, 2 (1989), 945. De kinderen worden in de bijbelse traditie juist als gave van God gepresenteerd (vgl. Ps 127,3); en als een teken van zijn zegen voor hen die zijn wegen gaan (vgl. Ps 128, 3-4).
Vooral in de opvoeding van de kinderen vervult het gezin zijn zending om het Evangelie van het leven te verkondigen. In woord en voorbeeld, in de dagelijkse contacten en keuzes, en door concrete acties en tekens, leiden de ouders hun kinderen naar authentieke vrijheid, verwezenlijkt in de oprechte zelfgave, en zij vormen in hen de eerbied voor anderen, rechtvaardigheidsgevoel, hartelijke openheid, dialoog, edelmoedige dienst, solidariteit en alle andere waarden die de mensen helpen om het leven te beleven als een gave. Bij de opvoeding van de kinderen moeten de ouders zorg hebben voor het geloof van hun kinderen en hen helpen om de roeping te vervullen die God hun heeft gegeven. De zending van de ouders als opvoeders houdt ook in: de kinderen leren en door voorbeeld laten zien wat de ware betekenis is van lijden en dood. Ze zullen hiertoe in staat zijn als ze gevoelig zijn voor alle soorten van lijden om hen heen en nog meer, wanneer ze zorgen voor een houding van nabijheid, hulpvaardigheid en bereidheid tot delen tegenover zieke of oudere familieleden.