H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1995
Bovendien moeten we al die dagelijkse gestes van ontvankelijkheid, van opoffering en onbaatzuchtige zorg noemen, die talloze mensen vol liefde doen in gezinnen, ziekenhuizen, weeshuizen, bejaardencentra en in andere centra of gemeenschappen die het leven verdedigen. De Kerk, die zich laat leiden door het voorbeeld van Jezus 'de barmhartige Samaritaan' Vgl. Lc. 10, 29-37 en die door zijn kracht wordt gesteund, heeft altijd in de frontlinie gestaan bij het bieden van liefdadige hulp: zovele van haar zonen en dochters, vooral religieuzen, in traditionele en steeds nieuwe vormen, wijdden en wijden hun leven toe aan God, door het te geven uit leven voor hun naaste, vooral de zwakke en behoeftige.
Deze daden versterken de grondslagen van de 'beschaving van liefde en leven', waarzonder het leven van enkelingen en van de samenleving zelf zijn meest authentiek menselijke hoedanigheid verliest. Zelfs als zij onopgemerkt en verborgen blijven voor de meeste mensen, verzekert het geloof ons dat de Vader, 'die in het verborgene ziet' (Mt. 6, 4), niet alleen deze acties zal belonen, maar ze reeds hier en nu blijvende vruchten laat voortbrengen voor het welzijn van allen.
Tot de tekens van hoop moeten we ook rekenen: de verbreiding, op veel niveaus van de publieke opinie, van een nieuwe gevoeligheid die steeds meer tegen de oorlog gericht is als middel om conflicten tussen de volken op te lossen, en die zich steeds meer richt op het vinden van doelmatige maar 'geweldloze' middelen om de gewapende aanvaller te weerstaan. In hetzelfde perspectief is duidelijk een groeiende publieke weerstand tegen de doodstraf te zien, zelfs wanneer zulke straf beschouwd wordt als een middel van 'wettige verdediging' van de kant van de samenleving. De moderne maatschappij heeft in feite de middelen om de misdaad effectief te stoppen door de misdadigers onschadelijk te maken, zonder hun definitief de kans te ontnemen tot inkeer te komen.
Ook een welkom signaal is de groeiende aandacht voor de kwaliteit van het leven en voor de ecologie, vooral in de meer ontwikkelde samenlevingen, waar de verwachtingen van de mensen zich niet langer zozeer concentreren op problemen van overleven als wel op het zoeken naar een wereldwijde verbetering van de levensomstandigheden. Bijzonder opmerkelijk is het feit dat er opnieuw aandacht komt voor een ethische bezinning op kwesties die het leven raken: de opkomst en steeds verder verbreide ontwikkeling van bioethica bevordert meer bezinning en dialoog - tussen gelovigen en niet-gelovigen, alsook tussen de aanhangers van verschillende godsdiensten - over fundamentele ethische problemen, die het menselijk leven betreffen.