H. Paus Johannes Paulus II - 30 november 1997
Wanneer jullie het mysterie van Pasen en Pinksteren overwegen met de kerk, zal een bijzonder licht gaan schijnen op de Heilige Geest, de derde Persoon van de Heilige Drieëenheid. Jezus is "door de heilige Geest aangewezen als Zoon van God, door Gods machtige daad, door zijn opstanding uit de doden" (Rom. 1, 4).
Na de verrijzenis 'verwarmt' de aanwezigheid van de Meester de harten van zijn leerlingen. "Brandde ons hart niet in ons?" (Lc. 24, 30), zeggen de Emmaüsgangers tegen elkaar. Zijn woord is een licht op hun weg. Nooit eerder hadden ze met zoveel kracht en overtuiging gezegd: "Mijn Heer en mijn God!" (Joh. 20, 28). Hij geneest hen van hun twijfel en bedroefdheid, van hun ontmoediging, angst en zonde. Een nieuwe broederschap wordt hun geschonken. In plaats van het isolement en de eenzaamheid komt een verbazingwekkende gemeenschap met de Heer en met zijn leerlingen: "Ga naar mijn broeders!" (Joh. 20, 17).
Tijdens zijn openbaar leven, konden de woorden en daden van Jezus slechts een paar duizend mensen bereiken, in een beperkte plaats en ruimte. Nu kennen dezelfde woorden en dezelfde handelingen geen beperkingen of grenzen meer van ruimte of cultuur. "Dit is mijn Lichaam, dat voor u gegeven wordt. Dit is mijn Bloed dat voor u wordt vergoten". Vgl. Lc. 22, 19-20 Het is voldoende dat de apostelen deze woorden uitspreken, op zijn uitdrukkelijke verzoek, "tot gedachtenis aan Hem", zodat Hij in alle delen van de wereld aanwezig kan zijn, in de Eucharistie met zijn Lichaam en Bloed. Het is voldoende dat de apostelen steeds opnieuw daden van vergeving en genezing stellen, zodat Jezus vergeving kan schenken aan de mensen. "Aan wie jullie de zonden vergeven, zijn ze vergeven, en aan wie jullie ze niet vergeven, zijn ze niet vergeven" .Vgl. Joh. 20, 23
Jezus had haast toen Hij nog bij de zijnen was; Hij was bezig met Zijn naderende einde: "Mijn tijd is nog niet aangebroken" (Joh. 7, 6); "Nog korte tijd is het licht onder u" (Joh. 12, 35). Na de verrijzenis, spreekt Hij anders over de tijd; zijn aanwezigheid zet zich voort: "Ik ben altijd bij jullie, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld" (Mt. 28, 20).
Deze omvorming in diepte, lengte en duur van de aanwezigheid van onze Heer en Verlosser is het werk van de Geest.