H. Paus Paulus VI - 31 maart 1970
MATRIMONIA MIXTA Over de gemengde huwelijken |
|||
► | Normen |
Om van de plaatselijke ordinarius dispensatie van het beletsel te verkrijgen, moet de katholieke partner zich bereid verklaren de gevaren af te wenden die tot het verlies van zijn geloof kunnen leiden. Bovendien is hij er door een ernstige verplichting toe gehouden eerlijk te beloven alles te doen wat in zijn vermogen ligt om al zijn kinderen in de Katholieke Kerk te laten dopen en op te voeden.
De niet-katholieke partner zal tijdig op de hoogte worden gesteld van de beloften waartoe de katholieke partner is gehouden, zodat vaststaat, dat hij zich wel bewust is van de belofte en verplichting die op de katholieke partner rusten.
De gemengde huwelijken moeten volgens de kerkrechtelijke huwelijkssluitingsvorm worden gesloten, aangezien deze als voorwaarde van de geldigheid van het huwelijk wordt vereist; onverminderd de voorschriften van het decreet Congregatie voor de Oosterse Kerken
Crescens matrimoniorum
Over de gemengde huwelijken tussen Katholieken en gedoopte niet-katholieke oosterlingen
(22 februari 1967) van 22 februari 1967, door de Congregatie voor de Oosterse Kerken uitgegeven.
Wat de liturgische vorm voor de viering van het gemengd huwelijk betreft, deze moet, wanneer zij volgens het Rituale Romanum dient te geschieden, aan deCongregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Ordo celebrandi Matrimonium
Het Huwelijk (19 maart 1969) (Orde voor de huwelijkssluiting) worden ontleend die op ons gezag is uitgevaardigd; dit zowel bij een huwelijk tussen een katholiek en een gedoopte niet-katholiek Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Huwelijk, Ordo celebrandi Matrimonium (19 mrt 1969), 39-54 als bij een huwelijk tussen een katholiek en een ongedoopte Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Huwelijk, Ordo celebrandi Matrimonium (19 mrt 1969), 55-66. Eventueel kan de huwelijkssluiting tussen een katholiek en een gedoopte niet-katholiek, indien de plaatselijke ordinarius ermee instemt, volgens de ritus voor de huwelijkssluiting tijdens de Mis geschieden Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Huwelijk, Ordo celebrandi Matrimonium (19 mrt 1969), 19-38, met inachtneming van de voorschriften der algemene wet over de eucharistische communie.
Alle straffen die in Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917) van het Kerkelijk Wetboek waren vastgelegd, zijn opgeheven; voor degenen die deze straffen reeds hadden belopen, vervallen de juridische gevolgen ervan; wel zijn zij gehouden tot de verplichtingen waarover in nummer 4 van de onderhavig voorschriften is gesproken.
Wij verordenen, dat alles wat door ons in dit motu proprio is vastgelegd vanaf 1 oktober van dit jaar volledige geldigheid en rechtskracht zal bezitten. Niettegenstaande wat hiermee in strijd is.
Gegeven te Rome, bij de Sint Pieter, op 31 maart 1970 in het zevende jaar van ons pontificaat.
PAUS PAULUS VI