H. Paus Johannes Paulus II - 2 juni 1980
Elke bedreiging van de rechten van de mens in het kader van zijn geestelijke goederen of in die van zijn materiële goederen doet deze fundamentele dimensie geweld aan.
Daarom heb ik in mijn toespraak tot de FAO benadrukt, dat geen mens, geen land noch enig systeem ter wereld onverschillig kan blijven voor de 'geografie van de honger' en de reusachtige dreigingen welke eruit volgen, indien de gehele gerichtheid van de economische politiek, en vooral de rangorde van de investeringen niet wezenlijk en radicaal veranderen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de 20ste Algemene Conferentie van de FAO, Het ernstigste en meest dringende probleem is de strijd tegen de honger (12 nov 1979), 10 Terwijl ik verwijs naar de organen van uw organisatie, vestig ik daarom ook de aandacht op de noodzaak alle krachten te mobiliseren die de geestelijke dimensie van het menselijk bestaan richting geven, die getuigen van de voorrang van het geestelijke in de mens - van wat overeenkomt met de waardigheid van zijn verstand, zijn wil en zijn hart - om niet opnieuw te bezwijken aan de afschuwelijke vervreemding van het collectieve kwaad dat altijd klaar staat om de materiële machtsmiddelen te gebruiken in de vernietigingsstrijd van mensen tegen mensen en naties tegen naties.