Paus Benedictus XVI - 20 juli 2007
Beste jongeren!
Nog altijd herinner ik mij met grote blijdschap de diverse momenten die we samen in Keulen hebben doorgebracht, in augustus 2005. Aan het einde van die onvergetelijke manifestatie van geloof en enthousiasme, waarvan ik een blijvende indruk draag in mijn geest en in mijn hart, heb ik met jullie een afspraak gemaakt voor de volgende ontmoeting, die in Sydney gehouden zal worden, in 2008. Het zal de XXIII-ste Wereldjongerendag zijn met als thema: "Jullie zullen kracht ontvangen van de heilige Geest die over jullie komt om mijn getuigen te zijn" (Hand. 1, 8). De leidraad van de geestelijke voorbereiding op de afspraak van Sydney is: de Heilige Geest en de zending. Hebben we in 2006 stilgestaan bij de meditatie over de Heilige Geest als Geest van waarheid, in 2007 proberen we Hem nog dieper te ontdekken als Geest van liefde, om vervolgens op weg te gaan naar de Wereldjongerendag in 2008 door na te denken over de Geest van kracht en getuigenis, die ons de moed geeft om het Evangelie te beleven en de vrijmoedigheid om het te verkondigen.
Het wordt dus van fundamenteel belang dat ieder van jullie, jongeren, in de eigen gemeenschap en met de eigen opvoeders, kan nadenken over deze Protagonist, deze stuwende kracht van de heilsgeschiedenis die de Heilige Geest of Geest van Jezus is, om zodoende de volgende hoge doelstellingen te bereiken:
Graag bied ik jullie met deze boodschap een meditatietraject aan dat in dit jaar van voorbereiding is uit te diepen, om aan de hand daarvan de kwaliteit van je geloof in de Heilige Geest te toetsen, het terug te vinden als je het kwijt mocht zijn, het te versterken mocht het verzwakt zijn, het te ervaren als gezelschap van de Vader en van Jezus Christus de Zoon, juist dankzij het onontbeerlijke werk van de Heilige Geest. Vergeet nooit dat de Kerk, ja de mensheid zelf, - zowel die jullie nu omringt als die jullie in jullie toekomst wacht – veel van jullie, jongeren, verwacht omdat je in jezelf de hoogste gave van de Vader bezit: de Heilige Geest.
Het aandachtig beluisteren van het Woord van God over het mysterie en het werk van de Heilige Geest, opent ons voor grootse en inspirerende inzichten die ik in de volgende punten samenvat.
Kort voor zijn hemelvaart heeft Jezus tegen zijn leerlingen gezegd: "Ik zal tot u zenden wat door mijn Vader beloofd is" (Lc. 24, 49). Dat voltrok zich op de dag van Pinksteren, toen zij in gebed bijeen waren in de zaal van het laatste Avondmaal, samen met de Maagd Maria. De uitstorting van de Heilige Geest over de Kerk in haar geboorte-uur was de vervulling van een veel oudere belofte van God, aangekondigd en voorbereid in heel het Oude Testament.
Vanaf haar eerste bladzijden immers verwijst de Bijbel naar de geest van God als een adem die "over de wateren zweefde" (Gen. 1, 2), en zegt meer nauwkeuriger dat God de mens de levensadem in de neus blies (Gen. 2, 7), en hem zo het leven zelf instortte. Na de eerste zonde zal de levendmakende geest van God zich diverse malen in de geschiedenis van de mensen manifesteren door profeten op te wekken om het uitverkoren volk aan te sporen tot God terug te keren en getrouw zijn geboden te onderhouden. In het beroemde visioen van de profeet Ezechiël doet God met zijn geest het volk van Israël herleven dat verbeeld werd door "dorre beenderen". Vgl. Ez. 37, 1-14 Joël profeteert een "" uitstorting van de geest" over heel het volk, niemand uitgesloten: "Daarna zal het gebeuren – schrijft de gewijde auteur -: Ik zal mijn geest uitstorten over alle mensen... Zelfs over de slaven en slavinnen stort ik mijn geest uit in die dagen" (l 3, 1-2).
In "de volheid van de tijd" Vgl. Gal. 4, 4 , kondigt de engel van de Heer aan de Maagd van Nazareth aan, dat de Heilige Geest, "kracht van de Allerhoogste", over haar zal komen en haar zal overschaduwen. Daarom zal Degene die zij ter wereld zal brengen, heilig zijn en Zoon van God genoemd worden. Vgl. Lc. 1, 35 Volgens de uitdrukking van de profeet Jesaja zal de Messias degene zijn op wie de Geest van de Heer zal rusten. Vgl. Jes. 11, 1-2 Vgl. Jes. 42, 1 Het is precies deze profetie die Jezus herneemt bij het begin van zijn openbaar optreden in de synagoge van Nazareth: "De Geest des Heren – zo zegt Hij tot de verbaasde aanwezigen - is over mij gekomen omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan blinden dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer" (Lc. 4, 18-19). Vgl. Jes. 61, 1-2 Zich tot de aanwezigen richtend, zal Hij deze profetische woorden op zichzelf toepassen door te zeggen: "Het schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan" (Lc. 4, 21). Bovendien zal Hij vóór zijn dood aan het kruis meerdere keren aan zijn leerlingen de komst aankondigen van de Heilige Geest, de "Vertrooster", wiens zending het zal zijn van Hem getuigenis af te leggen en de gelovigen bij te staan door hen te onderrichten en hen tot de volle Waarheid te brengen. Vgl. Joh. 14, 16-17.25-26 Vgl. Joh. 15, 26 Vgl. Joh. 16, 13
De Heilige Geest vernieuwde de Apostelen inwendig door hen met een kracht toe te rusten die hen de durf gaf om onbevreesd te verkondigen: "Christus is gestorven en verrezen!". Vrij van iedere vrees begonnen zij allen vrijmoedig te spreken Vgl. Hand. 2, 29 Vgl. Hand. 4, 13 Vgl. Hand. 4, 29.31 . Van bevreesde vissers waren het moedige herauten van het Evangelie geworden. Zelfs hun vijanden begrepen maar niet hoe "ongeletterde en eenvoudige" mensen Vgl. Hand. 4, 13 zo'n moed konden tonen en tegenwerking, lijden en vervolging met vreugde konden verdragen. Niets kon hen tegenhouden. Aan degenen die hen tot zwijgen trachtten te brengen, antwoordden zij: "Het is voor ons onmogelijk niet te spreken over hetgeen wij gezien en gehoord hebben" (Hand. 4, 20). Zo werd de Kerk geboren, die vanaf de dag van Pinksteren niet opgehouden heeft de Blijde Boodschap uit te stralen "tot aan het uiteinde der aarde" (Hand. 1, 8).
Maar om de zending van de Kerk te begrijpen, moeten we naar het Cenakel, naar de zaal van het laatste Avondmaal terugkeren, waar de leerlingen bijeen bleven, in gebed samen met Maria, de "Moeder", in afwachting van de beloofde Geest. Uit deze icoon van de Kerk in haar geboorte-uur, moet iedere christengemeenschap steeds weer inspiratie putten. De apostolische en missionaire vruchtbaarheid is niet op de eerste plaats het resultaat van verstandig uitgewerkte en "efficiënte" pastorale programma's en methoden, maar is de vrucht van het onophoudelijk gemeenschapsgebed Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 75. De werkdadigheid van de zending veronderstelt bovendien, dat de gemeenschappen onderling één zijn, dat wil zeggen "één van hart en één van ziel" zijn Vgl. Hand. 4, 32 , en in de gesteltenis zijn om van de liefde en de vreugde te getuigen die de Heilige Geest in de harten van de gelovigen stort Vgl. Hand. 2, 42 . De Dienaar Gods, Johannes Paulus II, schreef dat de zending van de Kerk nog vóór dat zij actie is, getuigenis is en uitstraling Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 26. Zo was dat het geval bij het begin van het christendom, toen de heidenen, - zo schrijft Tertullianus, zich bekeerden op het zien van de liefde die onder de christenen heerste: "Ik heb gezien – zeiden ze – hoe ze elkaar liefhebben" Vgl. Tertullianus, Apologeticum. 39 § 7.
Tot besluit van deze snelle blik op het Woord van God in de Bijbel, nodig ik jullie uit op te merken hoe de Heilige Geest de hoogste gave van God is aan de mens, en dus het hoogste getuigenis van zijn liefde voor ons, een liefde die zich concreet uitdrukt als een "ja tegen het leven" dat God voor elk van zijn schepselen wil. Dit "ja tegen het leven" heeft zijn hoogste vorm in Jezus van Nazareth en in zijn overwinning op het kwaad door de verlossing. Laten we in dit verband nooit vergeten dat het Evangelie van Jezus, juist uit kracht van de Geest, nooit te herleiden valt tot een loutere constatering, maar "blijde boodschap voor de armen, bevrijding voor de gevangenen, gezichtsvermogen voor de blinden..." wil worden. Dat bleek met kracht op de dag van Pinksteren, toen het voor de Kerk genade en opgave werd naar heel de wereld toe, haar eerste zending.
Wij zijn de vruchten van deze zending van de Kerk door het werk van de Heilige Geest. Wij dragen in ons dat zegel van liefde van de Vader van Jezus Christus, dat de Heilige Geest is. Laten we dat nooit vergeten, want de Geest van de Heer herinnert zich steeds ieder van ons en Hij wil, in het bijzonder door middel van jullie, jongeren, in de wereld de wind en het vuur wekken van een nieuw Pinksteren.
Ik weet goed hoe grote achting jullie, jongeren, in je hart voor Jezus dragen, hoezeer je ernaar verlangt Hem te ontmoeten en met Hem te spreken. Welnu breng je dan te binnen dat juist de aanwezigheid van de Geest in ons getuigt van de Persoon zelf van de gekruisigde en verrezen Jezus, ja zijn Persoon is en onze persoon naar zijn Persoon vormt. Laten we dus vertrouwelijk worden met de Heilige Geest, om het ook met Jezus te zijn.
Daarom nodig ik jullie uit na te denken over wat ik jullie hier schrijf. Vandaag de dag is het bijzonder belangrijk het sacrament van het Vormsel te herontdekken en er de waarde van te hervinden voor onze geestelijke groei. Laat wie de sacramenten van het Doopsel en het Vormsel heeft ontvangen, zich herinneren dat hij "tempel van de Geest"geworden is: God woont in hem. Laat hij zich daar altijd van bewust zijn en er zich op toeleggen dat de schat die in hem is, vruchten van heiligheid draagt. Laat wie gedoopt is, maar het sacrament van het Vormsel nog niet heeft ontvangen, zich op het ontvangen ervan voorbereiden in de wetenschap dat hij zo een "volledige" christen zal worden, omdat het Vormsel de doopgenade tot volmaaktheid brengt Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1302-1304.
Het Vormsel geeft ons een speciale kracht om van God te getuigen en Hem te verheerlijken met heel ons leven Vgl. Rom. 12, 1 ; het geeft ons een innerlijk besef van ons toebehoren tot de Kerk als het "Lichaam van Christus", waarvan wij levende ledematen zijn, in solidariteit met elkaar Vgl. 1 Kor. 12, 12-25 . Door zich te laten leiden door de Geest kan elke gedoopte zijn eigen bijdrage leveren tot opbouw van de Kerk dankzij de charismata, de genadegaven die Hij geeft, want "want aan ieder wordt een bijzondere openbaring van de Geest geschonken tot welzijn van allen" Vgl. 1 Kor. 12, 7 . En wanneer de Geest werkt schenkt hij inwendig zijn vruchten, welke zijn: "liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid" (Gal. 5, 22). Aan degenen onder jullie die het sacrament van het Vormsel nog niet hebben ontvangen, richt ik van harte de uitnodiging om er zich op voor te bereiden het te ontvangen, en daarbij de hulp van hun priesters te vragen. Het is een bijzondere gelegenheid van genade die de Heer jullie biedt: laat die jullie niet ontglippen!
Ik zou hier nog een enkel woord over de Eucharistie aan willen toevoegen. Om in het christelijk leven te groeien, is het noodzakelijk zich te voeden met het Lichaam en Bloed van Christus: we zijn immers gedoopt en gevormd met het oog op de Eucharistie Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1322 Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Het Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk, Sacramentum Caritatis (22 feb 2007), 17. Als "bron en hoogtepunt" van het kerkelijk leven is de Eucharistie een "altijddurend Pinksteren", want telkens als wij de Heilige Mis vieren, ontvangen wij de Heilige Geest die ons dieper met Christus verenigt en ons in Hem omvormt. Als jullie, beste jongeren, dikwijls deelnemen aan de viering van de Eucharistie, als jullie een beetje van je tijd wijden aan de aanbidding van het Allerheiligst Sacrament, dan zal vanuit deze Bron van de liefde die de Eucharistie is, het blijde besluit in jullie opkomen om je leven toe te wijden aan de navolging van het Evangelie. Tegelijkertijd zul je ervaren dat daar, waar onze krachten te kort schieten, de heilige Geest ons omvormt, ons vervult met zijn kracht en ons maakt tot getuigen van de verrezen Christus, vervuld van missionaire ijver.
In dit verband wil ik, beste vrienden, jullie herinneren aan enkele oriënterende waarheden opdat je daarover zult nadenken. Nog eens herhaal ik jullie dat alleen Christus de diepste verlangens van het mensenhart kan vervullen. Hij alleen is in staat de mensheid te "humaniseren" en haar naar haar "vergoddelijking" te leiden. Met de kracht van zijn Geest stort Hij ons de goddelijke liefde in, die ons in staat stelt de naaste lief te hebben en die ons bereid maakt ons in zijn dienst te stellen. De Heilige Geest verlicht, door de gekruisigde en verrezen Christus te openbaren. Hij wijst ons de weg om gelijkvormiger te worden aan Hem, dat wil zeggen om "uitdrukking en instrument" te zijn "van de liefde die uit Hem voortkomt" Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 33. En wie zich door de Geest laat leiden, begrijpt dat zich in dienst stellen van het Evangelie geen facultatieve optie is, omdat hij er zich van bewust is hoe urgent het is aan de anderen deze Blijde Boodschap te brengen. Toch kunnen we - het is nodig het nog eens te herinneren – alleen maar getuigen van Christus zijn als we ons laten leiden door de Heilige Geest, die de "eerst handelende is bij de evangelisatie" Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 75, en de "protagonist of stuwende kracht bij de zending" Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 21.
Beste jongeren, zoals mijn voorgangers Paulus VI en Johannes Paulus II bij herhaling hebben gezegd: Het Evangelie verkondigen en van het geloof getuigen is vandaag de dag méér dan ooit noodzakelijk Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 1. De een of ander denkt misschien dat het presenteren van de kostbare schat van het geloof aan mensen die dit geloof niet delen, zou betekenen dat men jegens hen intolerant is, maar zo is het niet, want Christus voorstellen is niet hetzelfde als Hem opleggen Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 80. Overigens hebben zo'n tweeduizend jaar geleden twaalf Apostelen hun leven gegeven opdat Christus gekend en bemind zou worden. Van toen af gaat het Evangelie door de eeuwen heen door met zich te verspreiden dankzij mannen en vrouwen die van diezelfde missionaire ijver bezield zijn. Daarom zijn er ook vandaag de dag leerlingen van Christus nodig die tijd noch energie sparen om het Evangelie te dienen. Er zijn jongeren nodig die in zich de liefde van God laten branden en edelmoedig op zijn dringend appèl antwoorden, zoals zoveel zalige en heilige jongeren hebben gedaan in het verleden, als ook in tijden die dichter bij ons liggen.
In het bijzonder verzeker ik jullie, dat de Geest van Jezus vandaag de dag jullie, jongeren, uitnodigt om dragers te zijn van het goede nieuws van Jezus naar jullie leeftijdgenoten. De klaarblijkelijke moeite die de volwassenen hebben om op een begrijpelijke en overtuigende manier de jongerenwereld te benaderen, kan een teken zijn waarmee de heilige Geest jullie, jongeren wil aansporen om deze taak op je te nemen. Jullie kennen de ideeën, de manieren van spreken en ook de wonden, de verwachtingen evenals het verlangen naar het goede van jullie leeftijdgenoten. Voor jullie ligt de weidse wereld van de affecten, het werk, de vorming, de verwachting en het lijden van de jongeren... Laat ieder van jullie de moed hebben om de Heilige Geest te beloven een jongere naar Jezus Christus te brengen, op de manier die hem het beste lijkt, wetend hoe "rekenschap te geven van de hoop die in hem leeft, met zachtmoedigheid" Vgl. 1 Pt. 3, 15 .
Maar, beste vrienden, wees om dit doel te bereiken heilig, wees missionarissen, want nooit mag men de heiligheid scheiden van de zending Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 90. Wees niet bang om heilige missionarissen te worden als Franciscus Xaverius, die door het Verre Oosten is getrokken en tot het uiterste van zijn krachten de Blijde Boodschap verkondigd heeft, of zoals Theresia van het Kind Jezus, die een missionaris was ook al heeft ze de Carmel niet verlaten: zowel de een als de ander zijn "Beschermheiligen van de Missies". Wees bereid jullie leven op het spel te zetten om de wereld te verlichten met de waarheid van Christus; om met liefde te antwoorden op de haat en op de verachting van het leven; om de hoop van de verrezen Christus in elke uithoek van de aarde te verkondigen.
Beste jongeren, ik verwacht jullie in groten getale in juli 2008 in Sydney. Het zal een providentiële gelegenheid zijn om ten volle de kracht van de Heilige Geest te ervaren. Komt in grote getale, om een teken van hoop en van kostbare steun te zijn voor de gemeenschappen van de Kerk in Australië die zich voorbereiden om jullie te ontvangen. Voor de jongeren van het gastland zal het een buitengewone gelegenheid zijn om de schoonheid en de vreugde van het Evangelie te verkondigen aan een samenleving die in veel opzichten geseculariseerd is. Australië heeft, net als heel Oceanië, het nodig haar christelijke wortels te hervinden. In de postsynodale Exhortatie H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Ecclesia in Oceania
De Kerk in de Oceanië (22 november 2001) schreef Johannes Paulus II: "Met de kracht van de Heilige Geest bereidt de Kerk in Oceanië zich voor op een nieuwe evangelisatie van de volkeren die vandaag de dag hongeren naar Christus... De nieuwe evangelisatie is een prioriteit voor de Kerk in Oceanië" H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, De Kerk in de Oceanië, Ecclesia in Oceania (22 nov 2001), 18.
Ik nodig jullie uit tijd te besteden aan het gebed en aan jullie geestelijke vorming gedurende dit laatste stuk van de weg die ons naar de XXIII-ste Wereldjongerendag brengt, opdat jullie in Sydney de beloften kunnen hernieuwen van jullie Doopsel en van jullie Vormsel. Samen zullen we de Heilige Geest aanroepen, en met vertrouwen aan God de gave vragen van een hernieuwd Pinksteren voor de Kerk en voor de mensheid van het derde millennium.
Maria, die met de Apostelen in de zaal van het laatste Avondmaal in gebed verenigd was, moge jullie gedurende deze maanden vergezellen en voor alle christenjongeren een nieuwe uitstorting verkrijgen van de Heilige Geest die hun harten in vlam moge zetten.
Bedenkt: de Kerk heeft vertrouwen in jullie! Wij Herders in het bijzonder bidden dat jullie steeds meer van Jezus houden en anderen van Hem doen houden en dat jullie Hem trouw volgen. Met deze gevoelens zegen ik jullie allemaal met heel mijn hart.
Vanuit Lorenzago, 20 juli 2007
PAUS BENEDICTUS XVI