29 juni 2007
De katholieke oecumene mag op het eerste gezicht paradoxaal lijken. Met de uitdrukking subsistit in wilde het Tweede Vaticaans Concilie twee leerstellige uitspraken met elkaar verbinden: van de ene kant bestaat de Kerk van Christus – ondanks de verdeeldheid van de christenen – alleen ten volle voort in de katholieke Kerk; van de andere kant zijn er veel bestanddelen van heiliging en waarheid buiten haar structuur, dat wil zeggen in de kerken en kerkelijke gemeenschappen, die nog niet in volledige gemeenschap met haar verkeren. In dit verband heeft het Decreet van het Tweede Vaticaans Concilie over de oecumene 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Unitatis Redintegratio
Over de oecumene
(21 november 1964) de term “volheid” (van de eenheid/ katholiciteit) – plenituto (unitatis/ catholicitatis) – ingevoerd, juist voor een beter begrip van deze paradoxale situatie. Ook al bezit de katholieke Kerk de volheid van de heilsmiddelen, “toch is de verdeeldheid van de christenen voor de Kerk een beletsel om de volheid van de katholiciteit die haar eigen is te verwerkelijken in die zonen en dochters die haar door het doopsel toebehoren, maar van haar volledige gemeenschap gescheiden zijn”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 4 Het gaat dus om de volheid van de katholieke Kerk, die er al is en die moet toenemen in de broeders en zusters die niet in volledige gemeenschap met haar verkeren, maar ook in de eigen zonen en dochters, die aan de zonde blootgesteld blijven totdat het Volk Gods “in het hemelse Jeruzalem met vreugde de gehele volheid van de eeuwige heerlijkheid bereikt”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 3 Het vorderen in de volheid is gegrondvest op de dynamiek van het één-zijn met Christus: “Vereniging met Christus is ook vereniging met al diegenen aan wie Hij zichzelf schenkt. Ik kan Christus niet voor mezelf alleen hebben; ik kan Hem alleen toebehoren in gemeenschap met allen die de Zijnen zijn geworden of zullen worden. De communie trekt mij uit mezelf naar Hem toe en zo naar eenheid met alle christenen.” Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 14