
29 juni 2007
In de Congregatie voor de Geloofsleer
Ad Catholicam Profundius
Antwoorden op vragen over enige aspecten aangaande de leer over de Kerk
(29 juni 2007) gaat het erom hoe men de uitspraak moet verstaan volgens welke de Kerk van Christus zich in de katholieke Kerk bevindt (subsistit in).
Toen G. Philips schreef dat de uitdrukking subsistit in "stromen van inkt zou doen vloeien" G. Philips, La Chiesa e il suo mistero nel Concilio Vaticano II (1 jan 1975). (Milano 1975), I, 111, heeft hij waarschijnlijk niet voorzien dat de discussies zo lang zouden duren en zo heftig zouden zijn en de Congregatie voor de Geloofsleer ertoe zouden nopen het onderhavige document uit te geven.
Deze nadrukkelijkheid, die overigens verankerd is in de teksten van het Concilie en latere teksten van het leergezag, strookt met de zorg om het veiligstellen van de eenheid en de uniciteit van de Kerk, die verloren zouden gaan als men zou aannemen dat er meerdere vormen (‘subsistenties’) van de door Christus gestichte Kerk zijn. Als dat zo was, zou men zich namelijk – zoals geconstateerd in de verklaring Congregatie voor de Geloofsleer
Mysterium Ecclesiae
Verklaring ter bescherming van de Katholieke Leer over de Kerk tegen enkele hedendaagse dwalingen
(24 juni 1973) – “de Kerk van Christus als niet meer dan de som van kerken en kerkgemeenschappen” moeten voorstellen, “verdeeld, maar toch op een bepaalde wijze één”, of men zou moeten aannemen dat “de Kerk van Christus thans eigenlijk nergens werkelijk wordt gevonden, zodat zij alleen moet worden verstaan als het einddoel, waarnaar alle kerken en kerkelijke gemeenschappen moeten streven”. Congregatie voor de Geloofsleer, Verklaring ter bescherming van de Katholieke Leer over de Kerk tegen enkele hedendaagse dwalingen, Mysterium Ecclesiae (24 juni 1973), 1 De enige Kerk van Christus zou dan in de geschiedenis niet meer bestaan als Kerk of alleen in ideële vorm, dus in fieri in een toekomstige door de dialoog verlangde en bevorderde convergentie of hereniging van de verschillende zusterkerken.
Nog duidelijker is de Notificatie van de Congregatie voor de Geloofsleer met betrekking tot een boek van Leonard Boff, volgens wie de enige Kerk van Christus “zich ook in andere christelijke kerken kan bevinden”. In tegenstelling daarmee preciseert de Notificatie: “Het Concilie had daarentegen het woord ‘subsistit’ gekozen juist om duidelijk te maken dat er één enkel ‘bestaan’ van de ware Kerk bestaat, terwijl buiten haar zichtbare geheel alleen ‘elementa Ecclesiae’ (bestanddelen van de Kerk) bestaan die – daar zij bestanddelen van dezelfde Kerk zijn – naar de katholieke Kerk streven en leiden.” Congregatie voor de Geloofsleer, Notificatie over het boek van Pater Leonardo Boff: Kerk, Charisma en Macht. Poging tot een militante ecclesiologie (11 mrt 1985) Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Verklaring over de uniciteit en heilbrengende universaliteit van Jezus Christus en de Kerk, Dominus Iesus (6 aug 2000), 16. In de betreffende noot, verwijzend naar de Notificatie over het boek van pater Boff wordt nader ingegaan op dit punt