Synodevaders - 26 oktober 2001
SLOTTEKST 10E BISSCHOPPENSYNODE: 'DE BISSCHOP: DIENAAR VAN HET EVANGELIE VAN JEZUS CHRISTUS VOOR DE HOOP VAN DE WERELD' | |||
► | Jezus Christus, onze hoop |
De Heilige Geest die ons de genade geeft om onszelf als groep te openen naar de hedendaagse situatie van de Kerk in de wereld, deed de verrezen Christus in ons hart schijnen, nemend van wat het zijne is en het delend met ons. Vgl. Joh. 16, 14 Dientengevolge, toen we zowel de tragedies en de wonderen in de wereld vandaag beschouwden, deden we dit in het licht van het Paasmysterie van Christus, zijn Lijden, Dood en Verrijzenis. We bevonden ons met de woorden van de Heilige Paulus, oog in oog met het "mysterium iniquitatis" en het "mysterium pietatis". Vgl. 2 Tess 2, 1 Vgl. 1 Tim. 3, 16
Terwijl vanuit een menselijk gezichtspunt de macht van het kwade dikwijls lijkt te overwinnen, zegeviert de liefdevolle barmhartigheid van God op oneindige wijze in de ogen van het geloof: "waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos" (Rom. 5, 20). We hebben de kracht en de waarheid van dit onderricht van de Apostel ervaren toen we de huidige situatie beschouwden.
"In deze hoop zijn wij gered. Maar men spreekt niet van hopen, als men het voorwerp van zijn hoop reeds aanschouwt: wie verwacht nog wat hij al ziet? Daar onze hoop gericht is op het onzichtbare, moet onze verwachting gepaard gaan met standvastigheid." (Rom. 8, 24-25).
De eerste weigering om God te gehoorzamen, die de Heilige Schrift openbaart als de wortel van de zonde, was de oorsprong van de verdeeldheid tussen de mens en de Schepper, tussen man en vrouw, tussen de mensheid en de aarde, tussen de mens en zijn broeder. Uit deze verdeeldheid rijst de vraag op die nooit ophoudt ons geweten te prikkelen: "Waar is uw broeder?" (Gen. 4, 9). Maar we moeten nooit vergeten dat dit verhaal over de zonde onmiddellijk gevolgd wordt door een belofte van redding, en dat deze belofte voorafgaat aan het verhaal van de moord op Abel, de onschuldige, voorafbeelding van Jezus. Het Evangelie, goed nieuws voor de hele mensheid, is verkondigd bij het ochtendgloren van de geschiedenis Vgl. Gen. 3, 15 .
Vandaag wordt dit Evangelie nog steeds verkondigd over de hele wereld. Daarom zouden we ons niet moeten laten intimideren door de doctrines die het bestaan van de levende God ontkennen en die op meer of minder listige manieren trachten de christelijke hoop te ondermijnen, te parodiëren of er de spot mee drijven. In de vreugde van de Geest belijden wij: "Christus is waarlijk opgestaan". In zijn verheerlijkte mensheid heeft hij het vooruitzicht van het eeuwig leven geopend voor diegenen die de genade van de bekering aanvaarden.