Synodevaders - 26 oktober 2001
Met heel ons hart danken we alle priesters, religieuze mannen en vrouwen en missionarissen. Geïnspireerd door de hoop die van God komt en die geopenbaard is in Jezus van Nazareth, wijden zij zichzelf toe aan de dienst van de zwakken en de zieken en verkondigen zij het Evangelie van het leven. We bewonderen de generositeit van de vele mensen die werken voor humanitaire doelen, de volharding van hen die internationale organisaties leiden, de moed van journalisten die met aanzienlijk gevaar werken voor de waarheid en voor de verlichting van de publieke opinie, de toewijding van wetenschappers, doktoren en verpleegsters, de durf van zakenmensen die banen scheppen in leeglopende gebieden, de toewijding van ouders, maatschappelijke werkers en leerkrachten, de creativiteit van artiesten en zo veel andere vredescheppers die proberen levens te redden, de familie te versterken, de waardigheid van vrouwen te bevorderen, kinderen op te voeden en de culturele erfenis van de mensheid te bewaren of te verrijken. We geloven dat in al deze mensen "de genade op onzichtbare wijze actief is" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22.