H. CYPRIANUS VAN CARTHAGO(40e catechese in deze reeks)
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Audiëntie)
Paus Benedictus XVI -
6 juni 2007
"Laten we daarom, allerliefste broeders", schrijft de bisschop van Carthago, "bidden zoals God onze Meester ons heeft geleerd! Een vertrouwelijk en innig gebed tot God is het, wanneer men tot Hem bidt met wat van Hemzelf is, wanneer men het gebed van Christus naar zijn oren laat opstijgen. Moge de Vader de woorden van zijn Zoon herkennen, wanneer wij ons gebed verrichten: moge Hij die in onze ziel woont ook aanwezig zijn in onze stem... Bovendien, wanneer wij bidden, laat het dan met een manier van spreken en bidden gebeuren die geordend is, en die de kalmte en de ingetogenheid bewaart. Bedenken we dat wij dat God ons ziet. We moeten in Gods ogen welgevallig zijn, zowel in de houding van het lichaam als in de toon van de stem... En wanneer wij met de broeders samenkomen en het goddelijke offer vieren met de priester Gods, moeten we de eerbied en de tucht indachtig zijn en niet zomaar her en der onze gebeden uiten met ongecontroleerde stemmen, en er niet zomaar in een overvloed aan woorden een bede er uit flappen, die veeleer in bescheidenheid aan God aanbevolen had moeten worden, want God luistert niet naar de stem maar naar het hart (
non vocis sed cordis auditor est)"
H. Cyprianus van Carthago, Over het gebed des Heren, De Oratione Domini. 3-4. Dit zijn woorden die ook vandaag de dag geldig blijven en die ons helpen de Heilige Liturgie goed te vieren.