H. Paus Paulus VI - 14 oktober 1968
Van de andere kant mag de liturgische vernieuwing niet zo worden gezien, dat men aan het heilig erfgoed van het verleden smadelijk voorbijgaat en zo maar, naar eigen goeddunken nieuwigheden toelaat. Wat de vaders hier tijdens het oecumenisch Concilie voor ogen heeft gestaan, toen zij de 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) promulgeerden, is u wel bekend: dat namelijk de vernieuwingen met een gezonde traditie moesten overeenstemmen zó 'dat de nieuwe vormen als het ware organisch uit de bestaande vormen zullen groeien'. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 23 Daarom zal men een wijze hervorming die moeten noemen die het oude met het nieuwe op een passende wijze weet te harmoniëren.