H. Paus Paulus VI - 29 april 1965
MENSE MAIO Oproep tot gebed tot Maria in de komende meimaand |
|||
► | Behoeften van het Concilie |
De eerste reden tot gebed is gelegen in het historisch moment, dat de Kerk beleeft in deze periode van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie. Deze grootse vergadering confronteert namelijk de Kerk met het enorme probleem van een juiste aanpassing aan de moderne tijd; en van de oplossing van dit probleem hangt voor lange tijd de toekomst af van Christus' Bruid en het lot van ontelbaar veel zielen. Een groot uur is thans aangebroken, door God gewild niet alleen voor het leven van de Kerk, maar ook voor heel de wereldgeschiedenis.
Al is de arbeid van het Concilie voor een groot gedeelte beëindigd, toch wachten u, eerbiedwaardige broeders, in de aanstaande zittingsperiode, die de laatste zal zijn, nog omvangrijke werkzaamheden en taken. Daarna volgt de niet minder belangrijke fase van de praktische uitvoering van de Concilie-besluiten. In deze fase zullen geestelijkheid en gelovigen met vereende krachten moeten samenwerken om het zaad, uitgestrooid gedurende het Concilie, tot een werkelijke en heilzame wasdom te brengen. Om het licht en de hemelse genade te verkrijgen voor het grote werk, dat ons nog wacht, stellen wij onze hoop op haar, die wij bij het einde van de vorige zittingsperiode met vreugde hebben H. Paus Paulus VI - Toespraak
Post Duos Menses
Sluiting van de Derde Zittingsperiode van het Tweede Vaticaans Concilie
(21 november 1964). Zij, die ons vanaf het begin van het Concilie met liefdevolle zorg heeft bijgestaan, zal ons zeker haar welwillende bijstand blijven schenken tot aan de voltooiing van het werk.