H. Paus Paulus VI - 29 april 1965
Juist omdat de meimaand voor ons een sterke uitnodiging is tot een intenser en vertrouwvoller gebed en omdat onze smeekbeden dan gemakkelijker gehoor vinden bij het medelijdend hart van de Maagd Maria, was het een dierbare gewoonte van onze voorgangers om bij voorkeur in deze Mariamaand het Christenvolk aan te sporen tot publieke gebeden, telkens als de noden van de Kerk dit vroegen of de mensheid door een ernstig gevaar werd bedreigd. Welnu, eerbiedwaardige broeders, dit jaar voelen ook wij ons gedrongen, heel de katholieke wereld op te roepen tot een dergelijk gebed. Want als wij de huidige noden van de Kerk beschouwen, en als wij zien, hoe het met de wereldvrede gesteld is, hebben wij ernstige redenen om aan te nemen, dat wij op het ogenblik een zeer kritieke tijd doormaken, en dat het daarom meer dan ooit urgent is alle Christenen op te roepen tot een gezamenlijk gebed.