H. Paus Paulus VI - 29 april 1965
Daarom geeft dit vroom gebruik van de meimaandviering, die zoveel eer schenkt aan de allerheiligste Maagd en die zo rijk is aan geestelijke vruchten voor het Christenvolk, ons een gevoel van geluk en troost. Omdat Maria immers met recht beschouwd kan worden als de weg, die ons voert tot Christus, is elke ontmoeting met haar vanzelf ook een ontmoeting met Christus. Want wat doen wij in ons voortdurend bidden tot Maria anders dan in haar armen, in haar, door haar en met haar Christus zoeken, onze Verlosser, tot wie de mensen in de angsten en gevaren van deze wereld als uit een innerlijke behoefte moeten gaan als tot de haven van het heil en de bovenaardse bron van het leven?