ECCLESIA IN AFRICADe Kerk in Afrika
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie)
H. Paus Johannes Paulus II -
14 september 1995
In het begin van deze exhortatie heb ik erop gewezen dat, toen ik het bijeenroepen aankondigde van de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode, mijn bedoeling was “een organisch samenhangende pastorale solidariteit te bevorderen op heel het Afrikaans grondgebied en de aanliggende eilanden”.
H. Paus Johannes Paulus II, Angelus/Regina Caeli, Waaronder aankondiging van het bijeenroepen van een Speciale Bisschoppensynode over Afrika, Op het Hoogfeest van Epifanie (6 jan 1989), 2 Met vreugde constateer ik dat de vergadering deze doelstelling moedig heeft nagestreefd. De discussies tijdens de synode hebben getoond hoezeer en met welke edelmoedigheid de bisschoppen zich inzetten voor deze pastorale solidariteit, en bereid zijn alles wat hun ten dienste staat te delen met anderen, zelfs als ze zelf missionarissen nodig hadden.
Aangaande dit punt wil ik mij speciaal richten tot mijn broeders in het bisschopsambt die “met mij direct verantwoordelijk zijn voor de evangelisatie van de wereld, als leden van het bisschoppencollege en als herders van de particuliere kerken”.
H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 63 Bij hun dagelijkse zorgen voor de hun toevertrouwde kudde mogen zij de behoeften van de kerk als geheel nooit uit het oog verliezen. Als
katholieke bisschoppen zullen zij noodzakelijk delen in die zorg voor alle kerken die brandde in het hart van de Apostel (
2 Kor. 11, 28). Van die zorg zullen zij noodzakelijk blijk geven, vooral als zij beraadslagen en
samen beslissingen nemen als leden van de verschillende bisschoppenconferenties; dankzij coördinerende organen op regionaal en continentaal vlak zijn deze beter in staat om de pastorale noden die zich in andere delen van de wereld voordoen, op te merken en het belang ervan af te wegen.
Op bijzondere wijze geven de bisschoppen door de bisschoppensynode vorm aan hun apostolische solidariteit: deze synode moet “onder de zaken van algemeen belang bijzonder rekening houden met de missieactiviteit, de grootste en heiligste taak van de kerk”.
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 29
Om te komen tot een gezamenlijke pastorale solidariteit in Afrika is het noodzakelijk, zoals de speciale vergadering terecht heeft opgemerkt, dat er een nieuwe opzet komt van de priesteropleiding. Nooit zal men genoeg de woorden van
Tweede Vaticaans Concilie overwegen, waar gezegd werd dat “de geestelijke gave die de priesters bij de wijding hebben ontvangen, hen niet toerust voor een begrensde of beperkte zending, maar voor een zeer ruime en universele zending, tot het uiteinde der aarde” (
Hand. 1, 8).
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 10
Daarom heb ik de priesters opgewekt “zich concreet ter beschikking van de Heilige Geest en de bisschop te stellen om uitgezonden te worden voor de prediking van het evangelie buiten de grenzen van hun eigen land. Dat zal niet slechts rijpheid van roeping in hen vragen, maar ook een buitengewoon vermogen om zich los te maken van het eigen vaderland, het eigen volk en de eigen familie, en een bijzondere geschiktheid om zich met intelligentie en respect in te burgeren in de andere culturen”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 67
Ik ben God dankbaar, te vernemen dat een groeiend aantal Afrikaanse priesters gehoor heeft gegeven aan de oproep om getuigen te zijn ‘tot aan de uiteinden der aarde’. Vurig hoop ik dat deze trend in alle particuliere kerken van Afrika zal worden gestimuleerd en versterkt.
Ook is het bemoedigend te weten dat de missie-instituten die sinds lang in Afrika werkzaam zijn “in toenemende mate kandidaten krijgen die afkomstig zijn uit de jonge kerken, welke zij gesticht hebben”,
H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 66 waardoor deze zelfde kerken kunnen delen in de missieactiviteit van de universele kerk. Zo dank ik ook de nieuwe Afrikaanse missie-instituten, die thans hun leden uitzenden
ad gentes. Dat is een providentiële en werkelijk prachtige ontwikkeling die een bewijs is voor de volwassenheid, vitaliteit en dynamiek van de kerk in Afrika.
Heel bijzonder wil ik mij aansluiten bij de uitdrukkelijke aanbeveling van de synodevaders, dat in iedere particuliere kerk en in ieder land een plaats wordt ingeruimd voor de vier Pauselijke Missiewerken, als middel om te komen tot een
organisch samenhangende pastorale solidariteit ten gunste van de missie ‘tot aan de uiteinden der aarde’. Omdat deze instellingen werken onder auspiciën van de paus en van het bisschoppencollege, moet er rechtens de eerste plaats aan worden toegekend “aangezien zij het middel zijn zowel om, van hun jeugd af, de katholieken met een echt universele en missionaire gezindheid te doordringen, als om een doeltreffende inzameling op gang te brengen van de hulpmiddelen tot het welzijn van alle missies overeenkomstig ieders nood”.
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 38 Een belangrijk resultaat van hun arbeid is “het opwekken van missieroepingen
ad gentes en
ad vitam, zowel in de oudere als in de jongere kerken. Ik spoor hen dringend aan, hun dienst van bezieling steeds meer op dit doel te richten.”
H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 84