H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 1995
ECCLESIA IN AFRICA De Kerk in Afrika |
|||
► | 'U zult mijn getuigen zijn in Afrika' | ||
► | Wie het evangelie verkondigen | ||
► | Godgewijde mannen en vrouwen |
In de huidige situatie van de missie in Afrika is het dringend noodzakelijk de roepingen te bevorderen tot het beschouwende en actieve religieuze leven. De kandidaten moeten met zorg worden gekozen en men zal zorgen dat zij goed als mens worden gevormd, en dat zij een degelijke opleiding ontvangen op geestelijk en leerstellig, op apostolisch, missionair, Bijbels en theologisch gebied. Deze vorming zal in de loop der jaren voortdurend en regelmatig moeten worden bijgesteld.
Bij het stichten van nieuwe religieuze instituten dient men met wijsheid en kritische aandacht te werk gaan, en zich te houden aan de criteria die door Tweede Vaticaans Concilie en de geldende kerkelijke wetten zijn aangegeven. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 18 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de vernieuwing en aanpassing van het religieuze leven, Perfectae Caritatis (28 okt 1965), 19 Nadat ze zijn gesticht, moeten deze instituten worden geholpen bij het verwerven van hun juridische status en bij het zelfstandig beheren van hun financiën en eigen werken
Na te hebben gesteld dat de “religieuze instituten die geen huizen bezitten in Afrika, niet gerechtigd zijn daar nieuwe roepingen te werven zonder een voorafgaand gesprek met de plaatselijke ordinaris”, Bisschoppensynodes, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika (7 mei 1994), 16 heeft de synodevergadering vervolgens de leiders van de plaatselijke kerken en ook de oversten van de instituten van godgewijd leven en de sociëteiten van apostolisch leven gevraagd de dialoog met elkaar te bevorderen, opdat er, in de geest van de ‘kerk als familie’, gemengde overleggroepen worden opgericht als getuigenis van broederlijkheid en als teken van eenheid in de dienst van de gemeenschappelijke zending. Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika (7 mei 1994), 22 Met het oog daarop hebben de synodevaders mij verzocht zo nodig bepaalde punten uit het document Congregatie v d Inst v h Gewijde Leven en de Sociëten Apost Leve
Mutuae relationes
Richtlijnen voor de wederzijdse betrekkingen tussen de bisschoppen en de religieuzen in de Kerk (14 mei 1978) Congregatie v d Inst v h Gewijde Leven en de Sociëten Apost Leve, Richtlijnen voor de wederzijdse betrekkingen tussen de bisschoppen en de religieuzen in de Kerk, Mutuae relationes (14 mei 1978), 473-506 te willen herzien, opdat de plaats van het religieuze leven in de plaatselijke kerk beter wordt omschreven. Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika (7 mei 1994), 22