H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 1995
ECCLESIA IN AFRICA De Kerk in Afrika |
|||
► | Evangelisering en inculturatie | ||
► | Sociale communicatiemiddelen |
“Van oudsher is het kenmerkend voor God dat Hij wil communiceren. Hij doet dat op verschillende manieren. Aan elk levend of onbezield schepsel geeft Hij het zijn. Met de mens knoopt Hij meer in het bijzonder nauwe betrekkingen aan. ‘Nadat God eertijds vele malen en op velerlei wijzen tot onze vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon’” (Hebr. 1, 1-2). Bisschoppensynodes, Instrumentum Laboris voor de Speciale Bisschoppensynode voor Afrika (1 jan 1993), 127 Vanuit zijn wezen is het Woord van God woord, dialoog en mededeling. Enerzijds is Hij het contact en de betrekkingen tussen God en de mensen komen herstellen, en anderzijds die tussen de mensen onderling.
De synode heeft grote aandacht besteed aan de media in twee belangrijke en elkaar aanvullende opzichten: als een nieuwe culturele wereld in wording, en als een reeks middelen in dienst van het onderling contact. Allereerst vormen ze een nieuwe cultuur met haar eigen taal, en vooral haar typische waarden en onwaarden. Vandaar dat ze, zoals iedere cultuur, geëvangeliseerd dienen te worden. Inderdaad zijn de media tegenwoordig niet alleen een wereld, Vgl. Bisschoppensynodes, Boodschap van de Synode over Afrika (6 mei 1994), 45-46 maar ook een cultuur en beschaving. Ook naar die wereld is de kerk uitgezonden om de Blijde Boodschap van het heil te brengen. De evangelieverkondigers moeten die wereld dus binnengaan om deze nieuwe beschaving en cultuur geheel in zich op te nemen met de bedoeling er welbewust gebruik van te maken. “De eerste areopagus van de moderne tijd is de wereld van de communicatie, welke de mensheid tot een eenheid maakt en de wereld tot een dorp, zoals men pleegt te zeggen. De sociale communicatiemiddelen zijn zo belangrijk geworden dat zij voor velen het voornaamste instrument van informatie en vorming zijn, dat het gedrag van de enkelingen, gezinnen en maatschappijen leidt en inspireert.” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 37
Het leren omgaan met de media is niet alleen noodzakelijk voor de prediker van het evangelie die, naast andere zaken, het litteraire genre van de media moet beheersen, maar ook voor de lezer, toehoorder en televisiekijker. Als aan hen inzicht wordt bijgebracht in de werkwijze van de media, moeten zij in staat zijn met onderscheidingsvermogen en kritische geest op het aanbod ervan te reageren.
In Afrika, waar mondelinge overdracht kenmerkend is voor de cultuur, is een dergelijke vorming van kapitaal belang. Dit soort communicatie moet de herders, met name de bisschoppen en priesters, eraan herinneren dat kerk gezonden is om te spreken, om het evangelie met woord en daad te prediken. Zij mag dus niet zwijgen, wil zij niet in haar zending tekort schieten tenzij, in bepaalde omstandigheden, haar zwijgen zelf een wijze van spreken en getuigen is. Steeds moeten wij verkondigen, te pas en te onpas, Vgl. 2 Tim. 4, 2 maar steeds met de bekommernis om in liefde en waarheid op te bouwen.