H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 1995
ECCLESIA IN AFRICA De Kerk in Afrika |
|||
► | Evangelisering en inculturatie | ||
► | Zending van de kerk |
“De taak om aan alle mensen het evangelie te brengen maakt wezenlijk de zending van de kerk uit. … De taak van de evangelisering moet immers beschouwd worden als de eigen genade en roeping van de kerk en is uitdrukking van haar meest ware aard. De kerk bestaat om het evangelie te verkondigen.” H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 14 De kerk vindt immers haar oorsprong in het werk van de evangelisatie van Jezus en de twaalf apostelen en zij wordt op haar beurt uitgezonden. “Als boodschapster van het evangelie begint de kerk haar taak met zichzelf het evangelie te verkondigen.” Vervolgens “zendt de kerk evangelieverkondigers uit. Hun leert zij het woord van het heil dat als het ware in hun mond is gelegd.” H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 15 Met de apostel der volkeren kan de kerk zeggen: “Dat ik het evangelie verkondig is voor mij geen reden om te roemen: ik kan niet anders. Wee mij, als ik het evangelie niet verkondig!” (1 Kor. 9, 16).
De kerk in Afrika verkondigt de Blijde Boodschap niet alleen door de verkondiging van het woord dat zij van de Heer heeft ontvangen, maar ook door het getuigenis van het leven, waardoor de volgelingen van Christus rekenschap geven van het geloof, de hoop en de liefde die in hen wonen. Vgl. 1 Pt. 2, 15
Wanneer de christen van Christus en het evangelie getuigt, kan dit hem zelfs leiden tot het hoogste offer, het martelaarschap. Vgl. Mc. 8, 35 Want de kerk en de christen verkondigen Hem die “een teken van tegenspraak” is (Lc. 2, 34). Zij verkondigen “een gekruisigde Christus, voor de joden een aanstoot, voor de heidenen een dwaasheid” (1 Kor. 1, 23). Zoals ik eerder heb gezegd, mag Afrika zich niet alleen beroemen op zijn vermaarde martelaren uit de eerste eeuwen maar ook op zijn heiligen en martelaren uit de moderne tijd.
De evangelisering geschiedt “opdat ze, doordat zij door haar eigen kracht diep in het menselijk geslacht doordringt, de mensheid zelf vernieuwt”. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 18 In en door de eengeboren Zoon zullen de betrekkingen van de mensen met God, met elkaar, en met de hele schepping worden vernieuwd. Daarom kan de verkondiging van het evangelie bijdragen tot innerlijke omvorming van alle mensen van goede wil wier hart open staat voor de werking van de Heilige Geest.
De kerk in Afrika dankt haar ontstaan aan de prediking van moedige missiebisschoppen en priesters, daarbij krachtig bijgestaan door de catechisten. “Lof verdient dat voor het missiewerk onder de volkeren zo hoogst verdienstelijke leger van catechisten.” 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 17 Voortaan is zij, als het “nieuwe thuisland van Christus”, H. Paus Paulus VI, Homilie, "Wie zijn dat?" - bij de Heiligverklaring van de Martelaren van Oeganda, "Hi, qui amicti" (18 okt 1964) verantwoordelijk voor de evangelisering op het continent en in de wereld: “Afrikanen, voortaan bent u uw eigen missionarissen”, zei mijn voorganger Paulus VI te Kampala. H. Paus Paulus VI, Toespraak, SECAM, Tot de deelnemers aan het symposium van de bisschoppen van Afrika te Kampala (31 juli 1969), 1 Aangezien de bewoners van het Afrikaanse continent in grote meerderheid de Blijde Boodschap nog niet hebben vernomen, geeft de synode de dringende raad missieroepingen aan te moedigen, en vraagt zij om het stimuleren en ondersteunen van gebed, offers en giften ten gunste van de missiearbeid van de kerk. Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika (7 mei 1994), 10