H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 1995
Het feit dat in de loop van bijna twee eeuwen het aantal katholieken in Afrika snel is gegroeid, is in alle opzichten een opmerkelijk resultaat. Dat de kerk verankerd is op het continent valt ook uit andere gegevens af te leiden, zoals uit de snelle en grote toename van het aantal kerkdistricten, het toenemend aantal autochtone geestelijken, seminaristen en kandidaten voor de instituten van godgewijd leven, het voortdurend groeiend netwerk van catechisten, die, zoals men weet, een belangrijke rol vervullen bij de verspreiding van het evangelie onder de Afrikaanse volkeren. Tenslotte, van wezenlijk belang is ook het hoge percentage van uit Afrika geboortige bisschoppen die nu de hiërarchie vormen van het continent.
De synodevaders hebben vastgesteld dat door de kerk in Afrika veel belangrijke vorderingen gemaakt zijn op het gebied van inculturatie en oecumenische dialoog. Vgl. Bisschoppensynodes, Speciale Vergadering van de Bisschoppensynode over Afrika, Relatio post disceptionem (22 apr 1994), 22-26 De opmerkelijke en verdienstelijke resultaten van haar werk op het gebied van de opvoeding vinden algemene erkenning.
Hoewel het aantal katholieken slechts veertien procent vormt van de bevolking van Afrika, vormen katholieke inrichtingen voor de gezondheid zeventien procent van het totaal aantal van dergelijke instellingen op het hele continent.
Bewonderenswaardig zijn de moedige initiatieven die de jonge kerken van Afrika hebben genomen om het evangelie uit te dragen “tot het uiteinde der aarde” (Hand. 1, 8). Het aantal in Afrika gestichte missie-instituten is toegenomen, en zij zijn begonnen missionarissen uit te zenden, niet alleen naar de landen van het continent maar ook naar andere gebieden in de wereld. Een langzaam toenemend aantal diocesane priesters begint thans, voor een beperkte tijd, dienst te doen als fidei donum-priesters in andere diocesen die over weinig mankracht beschikken, in eigen land of elders. Ook de Afrikaanse provincies van religieuze instituten van pauselijk recht, zowel voor mannen als voor vrouwen, hebben hun ledental zien toenemen. Op die wijze stelt de kerk zich in dienst van de volkeren van Afrika, maar zij toont zich ook bereid om betrokken te worden bij de ‘uitwisseling van gaven’ met andere particuliere kerken, die samen het volk van God vormen. Dat alles is een duidelijk bewijs van de volwassenheid die de kerk van Afrika heeft bereikt; hierdoor is het mogelijk geworden de Speciale Vergadering voor Afrika van de Bisschoppensynode te houden.