ECCLESIA IN AFRICADe Kerk in Afrika
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie)
H. Paus Johannes Paulus II -
14 september 1995
Dit moment van genade werd allereerst onderstreept met een plechtige geloofsbelijdenis. Bijeen rond het graf van Petrus voor de opening van de speciale vergadering, beleden de synodevaders hun geloof, het geloof van Petrus die op de vraag van Christus: “wilt ook gij soms weggaan?” antwoordde: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven, en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt” (
Joh. 6, 68-69). De bisschoppen van Afrika, in wie de Rooms-katholieke kerk zich op bijzondere wijze rond het graf van Petrus uitsprak, spraken op hun beurt hun vast geloof uit dat de almacht en barmhartigheid van de éne God allereerst zichtbaar is geworden in de verlossende Menswording van Gods Zoon, Hij die één van wezen is met de Vader in de Heilige Geest, en die in deze Drie-eenheid ten volle alle roem en eer ontvangt. Dát geloven wij – zo zeiden de synodevaders – dát is het geloof van de kerk, dát is het geloof van alle plaatselijke kerken die verspreid zijn over het Afrikaans continent en die op pelgrimstocht zijn naar het huis van God.
Dit geloof in Jezus Christus kwam constant, krachtig en unaniem naar voren bij de interventies van de synodevaders gedurende de gehele speciale vergadering. In de kracht van dat geloof hebben de bisschoppen van Afrika hun continent aan Christus de Heer toevertrouwd, in de overtuiging dat alleen Hij door zijn evangelie en zijn kerk Afrika kan redden uit de huidige moeilijkheden en het genezen van zijn talrijke kwalen. Vgl. Bisschoppensynodes, Speciale Vergadering van de Bisschoppensynode over Afrika, Relatio post disceptionem (22 apr 1994), 2
Tegelijk hebben bij de opening van de speciale vergadering de bisschoppen van Afrika publiek hun geloof beleden in de “éne kerk van Christus waarvan wij in het
symbolum fidei belijden dat zij één, heilig, katholiek en apostolisch is.”
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 8 Met deze eigenschappen worden de wezenlijke kenmerken van de kerk en haar zending aangeduid. “De kerk heeft die niet uit zichzelf; Christus bewerkt door de Heilige Geest dat zijn kerk één, heilig, katholiek en apostolisch is, en Hij is het ook die haar oproept ieder van deze hoedanigheden te verwezenlijken.”
Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 811-812
Allen die de speciale vergadering voor Afrika mochten bijwonen, zagen met vreugde dat de katholieken van Afrika in hun plaatselijke kerken steeds meer verantwoordelijkheden op zich nemen en trachten te komen tot een beter begrip van wat het betekent zowel katholiek als Afrikaan te zijn. De viering van de speciale vergadering liet aan de hele wereld zien dat de plaatselijke kerken van Afrika een rechtmatige plaats innemen in de communio van de kerk, dat zij het recht hebben om hun eigen tradities te bewaren en verder te ontwikkelen, “maar dat zij het primaat van Petrus erkennen. Deze neemt het voorzitterschap over heel de liefdesgemeenschap waar, beschermt de rechtmatige verscheidenheid en zorgt er tevens voor, dat het bijzondere de eenheid niet zou schaden, maar veeleer bevorderen.” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 13