H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 1995
Opdat het Woord van God wordt gekend, bemind, overwogen en in het hart van de gelovigen bewaard Vgl. Lc. 2, 19.51 moet met nog meer kracht ernaar gestreefd worden de heilige Schrift toegankelijk te maken, met name door volledige of gedeeltelijke Bijbelvertalingen die zoveel mogelijk in samenwerking met de andere kerken en kerkelijke gemeenschappen gemaakt zijn, en die vergezeld gaan van leeswijzers voor gebeden voor studie in het gezin en de gemeenschap.
Daarnaast moet de Bijbelse vorming gestimuleerd worden van geestelijken, religieuzen, catechisten en leken in het algemeen; er moet voor woorddiensten worden gezorgd; het Bijbelapostolaat moet bevorderd worden met behulp van het Bijbelcentrum voor Afrika en Madagaskar en van andere soortgelijke structuren die op alle niveaus aanmoediging verdienen. Kortom, men zal trachten, aan alle gelovigen van kindsbeen af de Heilige Schrift in handen te geven. Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones van de 1e Bijzondere Bisschoppensynode over Afrika (7 mei 1994), 6