21 januari 1981
De dienst van het Woord moet zó worden gevierd dat zij de overweging bevordert; daarom vermijde men iedere vorm van haast, waardoor de bezinning wordt belemmerd. De dialoog tussen God en de mensen vereist, onder de leiding van de Heilige Geest, korte ogenblikken van stilte, waarbij men rekening houdt met de vergaderde gemeenschap; daarin wordt het Woord Gods in het hart opgenomen en het antwoord, in de vorm van een gebed, voorbereid.
Deze ogenblikken van stilte kan men in de dienst van het Woord terecht in acht nemen b.v. na de eerste en tweede lezing en tenslotte na de homilie. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 23