21 januari 1981
Om te bereiken dat het Woord Gods werkelijk datgene in de harten tot stand brengt wat in de oren klinkt, is de werking vereist van de Heilige Geest: door zijn inspiratie en hulp wordt het Woord Gods tot grondslag van de liturgie en tot norm en steun van heel het leven.
Door de werking van deze Geest wordt niet alleen heel de liturgische handeling voorafgegaan, begeleid en gevolgd, maar wordt aan eenieder dat alles ingegeven Vgl. Joh. 14, 15-17 Vgl. Joh. 15, 26-16, 15 wat bij de verkondiging wordt uitgesproken. En terwijl hierdoor de eenheid van allen wordt vergroot, wordt ook de verscheidenheid van genadegaven bevorderd en een veelzijdige werkzaamheid verzekerd.