21 januari 1981
De grote rijkdom van het Woord Gods in de veelsoortige vieringen en in de verschillende bijeenkomsten van gelovigen die aan deze vieringen deelnemen treedt op opmerkelijke wijze aan de dag wanneer in de loop van het jaar hit mysterie van Christus in zijn ontplooiing wordt herdacht, de sacramenten en andere kerkelijke plechtigheden worden gevierd of wanneer iedere gelovige afzonderlijk reageert op de innerlijke werking van de Heilige Geest. Een en dezelfde tekst kan daarom gelezen en gebruikt worden onder verschillende opzichten en bij verschillende liturgische gelegenheden en vieringen ven het kerkelijk jaar. Men herinnere hieraan in de homilie, de pastorale exegeet en de catechese. Zo is b.v. op grond van de indices in deze uitgave voor iedereen het gebruik van Rom. 6 of Rom. 8 duidelijk in de verschillende tijden ven het liturgisch jaar en bij de verschillende vieringen van Sacramenten en andere plechtigheden. Dan wordt immers deze liturgische viering, die vooral in het Woord Gods haar uitgangs- en steunpunt bezit, een nieuw gebeuren en wordt het woord daarin verrijkt met een nieuwe betekenis en kracht. Zo volgt de Kerk, in de wijze van lezen en verklaren van de Heilige Schrift in de liturgie, trouw de Heer, die aanspoort om uitgaande van het "heden" van het Christus-gebeuren de gehele Schrift te onderzoeken. Vgl. Lc. 4, 16-21 Vgl. Lc. 24, 25-35.44-49