18 maart 2002
Wanneer het gebed na de communie beëindigd is, kunnen eventuele korte mededelingen aan het volk gedaan worden.
Vervolgens groet de priester met uitgestrekte handen het volk en zegt: De Heer zij met u (Dominus vobiscum), waarop het volk antwoordt: En met uw geest (Et cum spiritu tuo). En de priester vouwt opnieuw zijn handen en terstond voegt hij eraan toe, terwijl hij zijn linkerhand op zijn borst legt en zijn rechterhand omhoog heft: Zegene u de almachtige God (Benedicat vos omnipotens Deus) en terwijl hij een kruisteken maakt over het volk, zegt hij: Vader, Zoon en Heilige Geest (Pater et Filius et Spiritus Sanctus). Allen antwoorden: Amen.
Op sommige dagen en bij bepaalde gelegenheden krijgt deze zegen overeenkomstig de rubrieken een rijkere uitdrukking in een gebed over het volk of in een andere, meer plechtige formule.
De bisschop zegent het volk met de overeenkomstige formule, terwijl hij driemaal het kruisteken maakt over het volk. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Caeremoniale Episcoporum ex decreto sacrosancti Oecumenici Concilii Vaticani II instauratum (14 sept 1984), 1118-1121
Terstond na de zegen zegt de priester met gevouwen handen: Gaat nu allen heen in vrede (Ite, missa est) en allen antwoorden: Wij danken God (Deo gratias).
Dan vereert de priester op de gebruikelijke wijze het altaar met een kus, en na een diepe buiging daarvoor samen met de lekenbedienaren, keert hij met hen terug.
Als er echter op de Mis een of andere liturgische handeling volgt, komen de slotriten, dat wil zeggen: de groet, de zegen en de wegzending, te vervallen.