18 maart 2002
Omdat de viering van de Mis van nature een gemeenschapskarakter heeft, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 26-27 Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 3. d zijn de dialogen tussen de priester en de verzamelde gelovigen evenals de acclamaties van groot belang; Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 30 want dit zijn niet alleen uiterlijke tekenen van een gemeenschappelijke viering, maar ze bevorderen en bewerken ook de onderlinge gemeenschapsband (communio) van priester en volk.
Tenslotte wat de andere formules betreft: