
18 maart 2002
Een gezang bij de offerande begeleidt de processie waarin de gaven worden aangebracht (vgl. nr. 37b); het gezang duurt minstens totdat de gaven op het altaar geplaatst zijn. De normen voor de wijze van zingen zijn dezelfde als die voor het gezang bij de intrede (vgl. nr. 48). Altijd kan een gezang de ritus bij de offerande begeleiden, ook zonder processie met de gaven.
Na het universele gebed gaan allen zitten en begint het gezang bij de offerande. (vgl. nr. 74)
Een acoliet of een andere leken bedienaar die dient, plaatst het corporale, het kelkdoekje, de kelk, de palla en het missaal op het altaar.
Het is de taak van de bisschoppenconferenties aanpassingen vast te stellen die in dit algemeen statuut en in de ordening van de Mis worden aangegeven, en deze - na de goedkeuring van de beslissingen door de Apostolische Stoel - in het missaal zelf in te voegen. Dit betreft:
Directoria of pastorale instructies die de bisschoppenconferenties als nuttig beoordelen, kunnen na voorafgaande goedkeuring van de Apostolische Stoel op een geschikte plaats in het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Missale Romanum
Editio typica tertio emendata 2002/2008 (6 oktober 2008) ingevoegd worden.