
18 maart 2002
De homilie dient gewoonlijk door de priester die celebreert, zelf gehouden te worden ofwel door hem te worden toevertrouwd aan een concelebrerende priester of soms eventueel ook aan een diaken, maar nooit aan een leek. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 767. § 1 Vgl. Pauselijke Raad voor Wetsteksten, Interpretationes authenticae, Can. 767, § 1, Utrum Episcopus dioecesanus dispensare (20 juni 1987) Vgl. Congregatie voor de Clerus, Het mysterie van de Kerk - Interdicasteriële Instructie over enige vragen betreffende de medewerking van lekengelovigen aan het dienstwerk van de priesters, Ecclesiae de mysterio (15 aug 1997), 3 In bijzondere gevallen en om een gerechtvaardigde reden kan de homilie ook gehouden worden door een bisschop of een priester die bij de viering aanwezig is, maar niet kan concelebreren.
Op zondagen en verplichte feestdagen moet een homilie gehouden worden in alle missen die gevierd worden in een samenkomst van het volk, en zij kan niet achterwege blijven tenzij om een ernstige reden; op de andere dagen echter wordt de homilie aanbevolen, vooral op de weekdagen van de Advent, de Veertigdagentijd en de Paastijd, alsmede bij andere feesten en gelegenheden waarbij het volk in groter getale naar de kerk komt. Vgl. Concilium ter uitvoering van de Constitutie heilige liturgie, Instructie voor de uitvoering van de Constitutie over de heilige Liturgie, Inter Oecumenici (26 sept 1964), 53
Het is passend om na de homilie een korte tijd van stilte in acht te nemen.