18 maart 2002
De liturgie van het Woord dient zo gevierd te worden dat zij de overweging bevordert; daarom dient elke vorm van haast die de bezinning belemmert, geheel en al vermeden te worden. Ook behoren er korte momenten van stilte in voor te komen aangepast aan de samengekomen vergadering om met de steun van de Heilige Geest het woord van God in het hart op te nemen en om het antwoord daarop door gebed voor te bereiden. Deze momenten van stilte kunnen bijvoorbeeld heel goed in acht genomen worden, voordat de liturgie van het Woord zelf begint, na de eerste en tweede lezing en tenslotte na de homilie. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera, Ordo Lectionum Missae (21 jan 1981), 28