
18 maart 2002
Wanneer in de Kerk de Heilige Schrift gelezen wordt, spreekt God zelf tot zijn volk en verkondigt Christus, die aanwezig is in zijn Woord, het Evangelie.
Daarom moeten allen met eerbied luisteren naar de lezingen van het woord Gods, die in de liturgie een element van het grootste belang vormen. Hoewel het goddelijk woord in de lezingen van de heilige Schrift tot alle mensen van iedere tijd gericht wordt en voor hen verstaanbaar is, wordt het volledigere begrip en de werkzaamheid ervan toch bevorderd door de levende uitleg, d.w.z. door de homilie die immers ook een deel is van de liturgische handeling. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7.33.52