18 maart 2002
Als er bij de intrede of bij de Communie niet gezongen wordt en de antifonen die in het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Missale Romanum
Editio typica tertio emendata 2002/2008 (6 oktober 2008) worden voorgesteld, niet door de gelovigen worden gezegd, kan hij ze op het geschikte ogenblik voordragen. (vgl. nrs. 48, 87)
De lector wordt aangesteld voor de voorlezing van de Schriftlezingen, met uitzondering van het Evangelie. Hij kan ook bij het universele gebed (de voorbede) de gebedsintenties noemen en, bij afwezigheid van de psalmist, de Psalm tussen de lezingen voordragen.
De lector heeft een eigen taak in de eucharistieviering (vgl. nrs. 194 - 198), die hijzelf moet uitoefenen.