18 maart 2002
De acoliet die officieel is aangesteld, kan als buitengewone bedienaar - indien nodig - de priester helpen bij het uitreiken van de communie aan het volk. Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Ordening met betrekking tot de eerste tonsuur, de lagere wijdingen en het subdiaconaat in de Latijnse Kerk wordt vernieuwd, Ministeria quaedam (15 aug 1972) Als de Communie onder beide gedaanten wordt gegeven, bedient hij bij afwezigheid van een diaken zelf de Kelk voor de communicanten of houdt de Kelk vast, indien de Communie door indopen geschiedt.
In het dienstwerk aan het altaar heeft de acoliet zijn eigen aandeel (vgl. nrs. 187 - 193) dat hij zelf moet uitoefenen.