18 maart 2002
De liturgische taken die niet eigen zijn aan de priester of diaken en die hierboven (nrs. 100 - 106) besproken zijn, kunnen ook met een liturgische zegening of met een tijdelijke aanstelling toevertrouwd worden aan geschikte leken die door de pastoor of de rector van de kerk zijn uitgekozen. Vgl. Pauselijke Raad voor Wetsteksten, Interpretationis authenticam Can. 230, § 2, Laici... possunt (15 mrt 1994) Wat betreft de taak om de priester aan het altaar te dienen moeten de bepalingen onderhouden worden die door de bisschop voor zijn bisdom gegeven zijn.