• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

H. JUSTINUS, FILOSOOF EN MARTELAAR

Beste broeders en zusters,

In deze catechesen zijn we aan het nadenken over de grote gestalte uit het begin van de kerk. Vandaag spreken we over de heilige Justinus, filosoof en martelaar, de belangrijkste onder de apologetische Vaders van de tweede eeuw.

Het woord "apologeet" duidt die oude christelijke schrijvers aan die zich voorgenomen hadden de nieuwe godsdienst te verdedigen tegen de zware beschuldigingen door de heidenen en de joden, en de christelijke leer te verspreiden in een bewoording die aan de cultuur van de tijd aangepast was. Zo hebben de apologeten dus een dubbele bekommernis: de meer in eigenlijke zin apologetische van de verdediging van het beginnende christendom ( het Griekse apologia betekent "verdediging") en een bekommernis met betrekking tot het voorstellen ervan,, een "missionaire" bekommernis om de inhouden van het geloof uit te leggen in een taal en met gedachtecategorieën die voor de tijdgenoten verstaanbaar waren.

Justinus was rond het jaar 100 geboren bij Sichem, in Samaria, in het Heilig Land; lang heeft hij naar de waarheid gezocht in diverse scholen van de Griekse filosofie. Totdat - zo vertelt hij zelf in de eerste hoofdstukken van zijn H. Justinus
Dialogus cum Tryphone Judaeo
Dialoog met de Jood Tryphon ()
- een mysterieuze persoon, een oude man die hij langs het strand van de zee ontmoette, hem eerst in een crisis bracht doordat hij hem het onvermogen van de mens bewees om op eigen kracht te kunnen voldoen aan het verlangen naar het goddelijke, en hem daarna in de oude profeten de personen aanwees tot wie hij zich moest wenden om de weg van God te vinden en de "ware filosofie". Bij het afscheid, spoorde de bejaarde man hem aan tot het gebed, opdat de deuren naar het licht open zouden gaan.

Achter het verhaal gaat de cruciale periode uit het leven van Justinus schuil: aan het einde van een lange filosofische zoektocht naar de waarheid, belandt hij bij het christelijk geloof. Hij stichtte een school te Rome waar hij de leerlingen om niet inleidde in de nieuwe godsdienst, beschouwd als de ware filosofie. In haar had hij immers de waarheid gevonden en daarmee ook de "kunst" van op de juiste wijze te leven. Hij werd hierom aangeklaagd en werd rond 165 onthoofd, tijdens de regering van Marcus Aurelius, de keizer en filosoof, tot wie Justinus zelf een van zijn Apologieën had gericht.

Deze - de twee Apologieën en de H. Justinus
Dialogus cum Tryphone Judaeo
Dialoog met de Jood Tryphon ()
- zijn de enige werken die ons van hem gebleven zijn. Daarin beoogt Justinus vooral het goddelijk plan van de schepping en van het heil dat zich in Jezus Christus voltrekt, die de Logos is, dat wil zeggen het eeuwig Woord, de eeuwige Rede, de scheppende Rede. Als redelijk schepsel heeft elke mens deel aan de Logos, draagt er in zichzelf een "zaadje" van, waardoor hij de schemering van de waarheid kan waarnemen. Zo heeft de Logos zelf, die zich als profetische gestalte aan de Joden heeft geopenbaard in de oude Wet, zich deels ook als "zaden van waarheid" geopenbaard in de Griekse filosofie. Welnu, zo concludeert Justinus, omdat het christendom de historische en persoonlijke openbaring is van de hele Logos, volgt daaruit dat "al wat er aan moois tot uitdrukking is gebracht door wie dan ook, tot ons, christenen, behoort" H. Justinus, Eerste apologie, Apologia contra Antoninus Pius. 13, 4).

Op deze wijze oriënteert Justinus, hoezeer hij ook in de Griekse filosofie haar contradicties bestrijdt, heel beslist elk filosofische waarheid op de Logos, en motiveert zo vanuit het oogpunt van de rede de "pretentie" van waarheid en van universaliteit van de christelijke godsdienst. Als het Oude Testament op Christus gericht staat, zoals de afbeelding naar de betekende werkelijkheid verwijst, zo is de Griekse filosofie ook zelf gericht op Christus en het Evangelie, zoals het deel streeft ernaar streeft zich te verenigen met het geheel; en hij zegt dat deze twee werkelijkheden, het Oude Testament en de Griekse filosofie, als twee wegen zijn die naar Christus leiden, naar de Logos.

Dat is de reden waarom de Griekse filosofie zich niet tegen de evangelische waarheid kan verzetten, en de christenen er met vertrouwen uit kunnen putten als uit iets goeds dat van hun zelf is. Daarom omschreef mijn vereerde Voorganger, Paus Johannes Paulus II, Justinus als "pionier van een positieve ontmoeting met het filosofische denken, ook al was het in het teken van een voorzichtige onderscheiding": want Justinus, "al behield hij ook na zijn bekering grote achting voor de Griekse filosofie, stelde toch met kracht en in alle duidelijkheid in het christendom 'de enige zekere en nuttige filosofie' H. Justinus, Dialoog met de Jood Tryphon, Dialogus cum Tryphone Judaeo. 8, 1 te hebben gevonden" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de verhouding van Geloof en Rede, Fides et Ratio (14 sept 1998), 38.

Over het geheel genomen markeren de figuur en het werk van Justinus de bastbesloten keuze van de oude Kerk voor de filosofie, voor de reden, eerder dan voor de godsdienst van de heidenen. Wat de heidense godsdienst aangaat, daarmee weigerden de christenen vastberaden elke vorm van compromis. Zij hielden haar voor afgodendienst, al kostte hen dat de beschuldiging van "goddeloosheid" en van "atheïsme". Justinus in het bijzonder, vooral in zijn eerste H. Justinus
Apologia contra Antoninus Pius
Eerste apologie
()
, oefende een onverbiddelijke kritiek uit op de heidense godsdienst en haar mythen, die door hem beschouwd werden als duivelse ontsporingen op de weg van de waarheid. De filosofie vormde daarentegen het bevoorrechte gebied van de ontmoeting tussen heidendom, jodendom en christendom, juist op het vlak van de kritiek op de heidense godsdienst en op haar valse mythen. "Onze filosofie...": zo, op de meest expliciete wijze, definieerde bisschop Melito van Sardes, een andere apologeet en tijdgenoot van Justinus, de nieuwe godsdienst H. Eusebius van Caesarea, Geschiedenis van de Kerk, Historia Ecclesiastica. 4, 26, 7.
Inderdaad bewandelde de heidense religie niet de wegen van de Logos, maar hield koppig vast aan die van de mythe, ook al had de Griekse filosofie hiervan onderkend dat zij ontbloot was van enige consistentie in de waarheid. Daarom was de ondergang van de heidense godsdienst onvermijdelijk: dat vloeide als een logische consequentie voort uit het feit dat de religie - teruggebracht tot een kunstmatig geheel van ceremonies, gebruiken en gewoonten - zich had losgemaakt van de waarheid van het zijn. Justinus, en met hem de andere apologeten, onderschreven de duidelijke keuze van het christelijk geloof vóór de God van de filosofen en tegen de valse goden van de heidense religie. Het was de keuze voor de waarheid van het bestaan tegen de mythe van de gewoonte. Enkele decennia na Justinus, definieerde Tertullianus dezelfde keuze van de christenen met een lapidaire uitspraak die nog altijd geldig is: "Dominus noster Christus veritatem se, non consuetudinem, cognominavit - Christus heeft zichzelf de waarheid, niet de gewoonte genoemd" Tertullianus, De Virginibus Velandis. 1,1. In dit verband zij opgemerkt dat de term "gewoonte", die hier door Tertullianus gebruikt wordt met betrekking tot de heidense religie, in moderne talen vertaald kan worden met "culturele mode", "mode van de tijd".
In een tijd als de onze, getekend door het relativisme in het debat over waarden en over de godsdienst - zoals trouwens ook in de interreligieuze dialoog -. is dit een les om niet te vergeten. Daartoe houd ik jullie nog eens - en daarmee besluit ik - de laatste woorden voor van de mysterieuze oude man, door de filosoof Justinus aan de oever van de zee ontmoet. "Jij moet vooral bidden dat de deuren van het licht voor je worden geopend, want niemand kan zien en begrijpen, als God en zijn Christus het hem niet mogelijk maken om te verstaan" H. Justinus, Dialoog met de Jood Tryphon, Dialogus cum Tryphone Judaeo. 7, 3

Document

Naam: H. JUSTINUS, FILOSOOF EN MARTELAAR
Soort: Paus Benedictus XVI - Audiëntie
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 21 maart 2007
Copyrights: © 2007, Libreria Editrice Vaticana
Vertaling uit het Italiaans, nummering en indeling van de alinea’s: Past. Chr. v. Buijtenen pr.
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test