Paus Benedictus XVI - 22 februari 2007
De Eucharistie is dus constitutief voor het zijn en het handelen van de Kerk. Om deze reden duidde de oude Kerk met dezelfde woorden Corpus Christi zowel het lichaam aan dat uit Maria is geboren, als het eucharistisch Lichaam, als ook het kerkelijk Lichaam van Christus Vgl. Bisschoppensynodes, Uitgebracht door de Synodevaders van de 11e Gewone Bisschoppensynode over de "Eucharistie", Voorstellen aan de Paus voor het samenstellen van een Apostolische Post-synodale Exhortatie (22 okt 2005), 5. Dit duidelijk in de traditie aanwezige gegeven helpt ons tot een gegroeid besef te komen van de onafscheidelijkheid tussen Christus en de Kerk. Door zichzelf voor ons ten offer te geven, heeft de Heer Jezus in zijn gave het mysterie van de Kerk van te voren al aangekondigd. Van betekenis is dat het tweede eucharistisch gebed, bij het aanroepen van de Parakleet, het gebed om eenheid van de Kerk zo formuleert: "dat wij, delend in het Lichaam en Bloed van Christus, door de heilige Geest vergaderd worden tot één enkel lichaam" Noot van de vertaler: in de Nederlandse vertaling is de eenmakende kracht van de deelname aan het Lichaam en Bloed van Christus wat losgeraakt van de bijeenbrengende kracht van de Geest; en waar het Italiaans het Latijnse "unum" interpreteert als "één enkel lichaam", leest de Nederlandse vertaling het woord "kudde" in de uitdrukking "congregare" en komt zo tot "één enkele kudde". Voor de gedachtegang van Benedictus XVI raadplege men daarom het best de Latijnse versie van het twee eucharistische gebed: "Et supplices deprecamur, ut Corporis et Sanguinis Christi participes a Spiritu Sancto congregemur in unum". Deze passage maakt goed duidelijk hoe de res van het Sacrament Noot van de vertaler: de feitelijke werkelijkheid van het Sacrament in onderscheid van het teken. de eenheid van de gelovigen in de kerkelijke communio is. De Eucharistie blijkt zo aan de oorsprong te staan van de Kerk als mysterie van communio. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III, q. 80, a. 4
Op de relatie tussen Eucharistie en communio had de dienaar Gods Johannes Paulus II al de aandacht gevestigd in zijn encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ecclesia de Eucharistia
De Kerk leeft van de Eucharistie
(17 april 2003). Hij heeft over de gedachtenis van Christus gesproken als over "de hoogste sacramentele manifestatie van de communio in de Kerk" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 38. De eenheid van de kerkelijke communio blijkt concreet in de christelijke gemeenschappen en wordt hernieuwd in de voltrekking van de Eucharistie die hen verenigt en differentieert in particuliere Kerken, "in quibus et ex quibus una et unica Ecclesia catholica existit" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 23. "en in en door hen bestaat de éne en enige katholieke Kerk". Juist de werkelijkheid van de ene Eucharistie die in elk Bisdom gevierd wordt rond de eigen Bisschop doet ons begrijpen hoe die zelfde particuliere Kerken in en ex Ecclesia bestaan. Immers: "de eenheid en ondeelbaarheid van het eucharistisch Lichaam van de Heer houdt tevens de eenheid in van zijn mystiek Lichaam, dat de Kerk is, één en ondeelbaar. Aan het eucharistisch centrum ontspringt de noodzakelijke openheid van elke vierende gemeenschap, van elke particuliere Kerk: in zijn geopende armen door de Heer naar zich toegehaald, wordt zij ingevoegd in zijn éne en onverdeelde lichaam" Congregatie voor de Geloofsleer, Brief aan de Bisschoppen van de Katholieke Kerk over enkele aspecten van de Kerk als Communio., Communionis notio (28 mei 1992), 11. Om deze reden bevindt tijdens de viering van de Eucharistie elke gelovige zich in zijn Kerk, dat wil zeggen in de Kerk van Christus. In dit eucharistisch perspectief blijkt, als het juist wordt verstaan, de kerkelijke communio krachtens haar aard katholiek te zijn Bisschoppensynodes, Uitgebracht door de Synodevaders van de 11e Gewone Bisschoppensynode over de "Eucharistie", Voorstellen aan de Paus voor het samenstellen van een Apostolische Post-synodale Exhortatie (22 okt 2005), 5. "De term "katholiek" drukt de universaliteit uit die voortkomt uit de eenheid, die de Eucharistie, in elke kerk gevierd, bevordert en opbouwt. De particuliere kerken binnen de universele Kerk hebben zo de opdracht in de Eucharistie hun eenheid en diversiteit zichtbaar te maken. Deze band van broederlijke liefde laat de trinitaire communio doorschijnen. De concilies en de synodes drukken in de geschiedenis dit broederlijk aspect van de Kerk uit".. Deze eucharistische oorsprong van de kerkelijke communio onderstrepen kan daadwerkelijk bijdragen aan de oecumenische dialoog met de Kerken en kerkelijke gemeenschappen die niet in volledige communio zijn met de Stoel van Petrus. De Eucharistie vormt namelijk objectief een sterke band van eenheid tussen de katholieke Kerk en de orthodoxe Kerken, die de onvervalste natuur van het Mysterie van de Eucharistie integraal hebben bewaard. Tegelijkertijd kan de nadruk op het kerkelijk karakter van de Eucharistie een heel bevoorrecht element in de dialoog worden ook met de Gemeenschappen die zijn ontstaan uit de Reformatie Vgl. Bisschoppensynodes, Uitgebracht door de Synodevaders van de 11e Gewone Bisschoppensynode over de "Eucharistie", Voorstellen aan de Paus voor het samenstellen van een Apostolische Post-synodale Exhortatie (22 okt 2005), 5.