SACRAMENTUM CARITATISHet Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Postsynodale Apostolische Exhortatie)
Paus Benedictus XVI -
22 februari 2007
De eerste werkelijkheid van het eucharistisch geloof is het mysterie van God zelf, de drie-ene liefde. In het gesprek van Jezus met Nicodemus, vinden we hierover een uitdrukking die daarin licht verschaft: "Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered" (
Joh. 3, 16-17). Deze woorden laten de diepste wortel zien van de gave van God. Jezus geeft in de Eucharistie niet "iets", maar zichzelf; Hij geeft zijn lichaam en vergiet zijn bloed. Op deze wijze geeft hij zijn eigen bestaan geheel en al en openbaart zo de bron en oorsprong van deze liefde. Hij is de eeuwige Zoon, voor ons door de Vader gegeven. Luisteren we nog eens naar Jezus in het Evangelie die, na de honger van de menigte te hebben gestild met de vermenigvuldiging van de broden en de vissen, tot zijn gesprekspartners die Hem gevolgd zijn tot aan de synagoge van Kafarnaüm zegt: "Het echte brood uit de hemel wordt u door mijn Vader gegeven, want het brood van God is Hij die uit de hemel neerdaalt en leven geeft aan de wereld" (
Joh. 6, 32-33), en die zo ver gaat dat Hij zichzelf, zijn eigen vlees en zijn eigen bloed, met dat brood vereenzelvigt: "Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven is mijn vlees ten bate van het leven der wereld" (
Joh. 6, 51). Zo laat Jezus zien dat Hij het brood van het leven is, dat de eeuwige Vader aan de mensen geeft.
In de Eucharistie openbaart zich het liefdesplan dat heel de heilsgeschiedenis leidt
Vgl. Ef. 1, 10
Vgl. Ef. 3, 8-11
. Daarin laat de
Deus Trinitas (de drie-ene God), die in zichzelf liefde is
Vgl. Joh. 4, 7-8
, zich ten volle in met ons menselijk bestaan. In het brood en de wijn, onder de gedaante waarvan Christus zich aan ons geeft in het paasmaal
Vgl. Lc. 22, 14-20
Vgl. 1 Kor. 11, 23-26
, voegt heel het goddelijk leven zich bij ons en deelt zich aan ons mee in de vorm van het Sacrament. God is volmaakte communio van liefde tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Al bij de schepping wordt de mens geroepen tot op zekere hoogte te delen in de levensadem van God
Vgl. Gen. 2, 7
. Maar het is in Christus, gestorven en verrezen, en in de uitstorting van de Heilige Geest, mateloos gegeven
Vgl. Joh. 3, 34
, dat we deelgenoot worden gemaakt aan de goddelijke intimiteit
Vgl. Bisschoppensynodes, Uitgebracht door de Synodevaders van de 11e Gewone Bisschoppensynode over de "Eucharistie", Voorstellen aan de Paus voor het samenstellen van een Apostolische Post-synodale Exhortatie (22 okt 2005), 4. Jezus Christus, die "door de eeuwige Geest zichzelf aan God heeft geofferd als een smetteloos offer" (
Hebr. 9, 14), deelt ons dus in de eucharistische gave het goddelijk leven zelf mee. Het gaat om een gave die absoluut om niet gegeven wordt, die louter beantwoordt aan de beloften van God die mateloos in vervulling zijn gegaan. In trouwe gehoorzaamheid ontvangt, viert, en aanbidt de Kerk deze gave. Het "mysterie van het geloof" is een mysterie van drie-ene liefde, waarin wij door genade geroepen zijn te delen. Daarom moeten ook wij met de heilige Augustinus uitroepen: "Als je de liefde ziet, zie je de Drie-eenheid"
H. Augustinus, Over de Drie-eenheid, De Trinitate. VIII, 8, 12: CCL 50, 287.