Paus Benedictus XVI - 22 februari 2007
Met betrekking tot de belangrijkheid van het bewaren van de Eucharistie en van de aanbidding en verering jegens het sacrament van het Offer van Christus, heeft de Bisschoppensynode zich ook bezig gehouden met de passende plaatsing van het tabernakel in onze kerken. Vgl. Bisschoppensynodes, Uitgebracht door de Synodevaders van de 11e Gewone Bisschoppensynode over de "Eucharistie", Voorstellen aan de Paus voor het samenstellen van een Apostolische Post-synodale Exhortatie (22 okt 2005), 28 Heeft het een correcte plaats, dan helpt dat inderdaad de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het Sacrament te onderkennen. Daarom is het nodig dat de plaats waar de eucharistische gedaanten worden bewaard, mede dankzij de godslamp, gemakkelijk herkenbaar is voor ieder die de kerk binnenkomt. Daartoe moet men rekening houden met de architectonische indeling van het gewijde gebouw: in kerken waar geen Sacramentskapel is en nog wel het hoofdaltaar met tabernakel aanwezig is, is het passend van die structuur gebruik te blijven maken voor het bewaren en aanbidden van de Eucharistie, terwijl men vermijdt de zetel van de celebrant ervoor te plaatsen. In nieuwe kerken is het goed een Sacramentskapel te voorzien, dicht bij het priesterkoor; waar dat niet mogelijk is, heeft het de voorkeur het tabernakel op het priesterkoor te situeren, op een plaats die voldoende is verhoogd, in het midden van de apsis, of op een andere plaats waar het net zo goed zichtbaar is. Dergelijke bemerkingen hebben allen tot doel waardigheid te verlenen aan het tabernakel, dat steeds, ook in artistiek opzicht, goed verzorgd moet zijn. Uiteraard moet men hier rekening houden met wat hierover de Algemeen Statuut van het Romeins Missaal Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 314 zegt. Overigens komt het uiteindelijke oordeel hierover aan de diocesane bisschop toe.