Paus Benedictus XVI - 22 februari 2007
In Maria, de allerheiligste, zien wij ook op volmaakte wijze de sacramentele wijze waarop God de menselijke natuur bereikt en in zijn heilsinitiatief betrekt. Vanaf de Aankondiging tot en met Pinksteren verschijnt Maria als de persoon wier vrijheid helemaal in bereidwilligheid openstaat voor de wil van God. Haar Onbevlekte Ontvangenis blijkt juist in haar onvoorwaardelijk gewilligheid jegens het Woord van God. Gehoorzaam geloof is de vorm die haar leven op elk moment ten overstaan van Gods handelen aanneemt. Als luisterende maagd leeft zij in volledige overeenstemming met de wil van God; zij bewaart in haar hart de woorden die haar van God bereiken, en terwijl zij ze als in een mozaïek bijeenplaatst, leert zij ze nog dieper verstaan Vgl. Lc. 2, 19.51 ; Maria is de grote Gelovige die zich vol vertrouwen in de handen legt van God, zich geheel overgevend aan zijn wil Vgl. Paus Benedictus XVI, Homilie, Op het Hoogfeest van Maria Onbevlekt Ontvangen (8 dec 2005).
Dat mysterie verdicht zich tot een volledige betrokkenheid bij de verlossende zending van Jezus. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie gezegd heeft, "is de heilige Maagd voortgegaan op de pelgrimstocht van het geloof en de vereniging met haar Zoon heeft zij standvastig volgehouden tot onder het kruis. Daar stond zij, niet zonder Gods beschikking Vgl. Joh. 19, 25 , daar heeft zij smartelijk met haar Eniggeborene meegeleden en zich met haar moederhart bij zijn offer aangesloten, liefdevol toestemmend in de slachting van het offerlam dat uit haar was geboren. Tenslotte werd zij door dezelfde Christus Jezus, stervend op het kruis, als moeder aan de leerling gegeven met deze woorden: Vrouw, ziedaar uw zoon" Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 58. Vanaf de Aankondiging tot onder het Kruis is Maria degene die het Woord aanvaardt dat in haar vleesgeworden is en dat tenslotte verstomt in de stilte van de dood. Zij is het tenslotte die in haar armen het gegeven, inmiddels ontzielde lichaam ontvangt van Hem die de zijnen werkelijk "tot het uiterste" (Joh. 13, 1) toe heeft liefgehad.
Daarom wenden wij ons, iedere keer als wij in de Liturgie tot het Lichaam en Bloed van Christus naderen, ook tot Haar die ten volle met het offer van Christus heeft ingestemd en het voor heel de Kerk ontvangen heeft. Terecht hebben de Synodevaders gezegd dat "Maria een begin maakt met de deelname van de Kerk aan het offer van de Verlosser" Bisschoppensynodes, Uitgebracht door de Synodevaders van de 11e Gewone Bisschoppensynode over de "Eucharistie", Voorstellen aan de Paus voor het samenstellen van een Apostolische Post-synodale Exhortatie (22 okt 2005), 4. Zij is de Onbevlekte die onvoorwaardelijk de gave van God ontvangt en zo deel krijgt aan het heilswerk. Maria van Nazareth, icoon van de Kerk bij haar geboorte, en voorbeeld van hoe ieder van ons geroepen is de zelfgave van Jezus in de Eucharistie te ontvangen.