SACRAMENTUM CARITATISHet Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Postsynodale Apostolische Exhortatie)
Paus Benedictus XVI -
22 februari 2007
Terecht hebben de Synodevaders beklemtoond dat de liefde voor de Eucharistie tot een steeds grotere waardering leidt van het sacrament van Verzoening
Vgl. Bisschoppensynodes, Uitgebracht door de Synodevaders van de 11e Gewone Bisschoppensynode over de "Eucharistie", Voorstellen aan de Paus voor het samenstellen van een Apostolische Post-synodale Exhortatie (22 okt 2005), 7 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 36. Vanwege de band tussen deze sacramenten kan een authentieke catechese met betrekking tot de betekenis van de Eucharistie niet losgemaakt worden van het aanbod van een weg van boetedoening
Vgl. 1 Kor. 11, 27-29
. Zeker, we constateren hoe in onze tijd de gelovigen zich omringd zien door een cultuur die ertoe neigt het gevoel voor zonde uit te vlakken
Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verzoening en boete in de zending van de Kerk in deze tijd, Reconciliatio et paenitentia (2 dec 1984), 18, ten gunste van een oppervlakkige houding, die er toe leidt dat men vergeet dat het noodzakelijk is om in staat van genade te zijn bij God om waardig te kunnen naderen tot de sacramentele communie
Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1385. In werkelijkheid brengt het verles van zondebesef altijd ook een zekere oppervlakkigheid met zich mee in het gevoel voor juist de liefde van God. Het helpt veel om de gelovigen te herinneren aan die elementen in het verloop van de orde van dienst van de Mis die het besef uitdrukken van de eigen zonde en tegelijkertijd ook van de barmhartigheid van God
Men denke hier aan het Confiteor of aan de woorden van de priester en van het volk alvorens tot het altaar te naderen: "Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek slechts een woord en ik zal gezond worden". Het is niet zonder betekenis dat de liturgie ook voor de priester enkele heel mooie gebeden voorziet, die ons door de traditie in handen zijn gegeven, die herinneren aan de behoefte aan vergeving, zoals bijvoorbeeld dat gebed dat in stilte wordt gezegd, alvorens de gelovigen uit te nodigen voor de sacramentele communie: "Verlos mij door uw heilig Lichaam en Bloed van elk kwaad, van alle ongerechtigheid. Geef dat ik nooit de weg van uw geboden verlaat en nooit wordt gescheiden van uw liefde." Bovendien herinnert ons de relatie tussen Eucharistie en Verzoening eraan dat de zonde nooit een exclusief individuele werkelijkheid is; zij brengt altijd ook een wonde met zich mee binnen de kerkelijke communio, waarin wij dank zij het Doopsel zijn ingevoegd. Hierom is de Verzoening, zoals de Kerkvaders zeiden,
laboriosius quidam baptismus,
"een moeizamer doopsel" Vgl. H. Johannes Damascenus, Over het rechte of orthodoxe geloof, De fide orthodoxa. IV, 9: PG 94, 1124C Vgl. H. Gregorius van Nazianze, Verhandeling. 39, 17: PG 36, 356A Vgl. Concilie van Trente, 14e Zitting - De leer over het Sacrament van de Biecht, Sessio XIV - Doctrina de sacramento poenitentiae (25 nov 1551), 6 waarmee zij onderstreepten dat de vrucht van de bekeringsweg ook een herstel is van de volle kerkelijke communio, die zich uitdrukt en het weer naderen tot de Eucharistie.
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verzoening en boete in de zending van de Kerk in deze tijd, Reconciliatio et paenitentia (2 dec 1984), 30