
H. Paus Paulus VI - 10 juni 1969
TOT DE INTERNATIONALE ARBEIDSORGANISATIE Genève (Zwitserland) |
|||
► | Naar de toekomst |
Dat is de bedoeling van onze komst hier, om u te bemoedigen en te verzekeren van onze instemming, ook om u uit te nodigen om hardnekkig te volharden in uw zending van rechtvaardigheid en vrede en om u de verzekering te geven van onze bescheiden maar oprechte solidariteit. Want de vrede van de wereld staat op het spel, de toekomst van de mensheid. Die toekomst kan niet worden opgebouwd, tenzij wanneer er vrede heerst tussen alle gezinnen bij het werk, tussen de klassen en tussen de volkeren, een vrede die haar grondslag vindt in een steeds volmaaktere onderlinge rechtvaardigheid tussen alle mensen. Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963) Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 76
Op dit contrastrijke uur van de geschiedenis van de mensheid, vol gevaren, maar ook vervuld van hoop, valt het u voor een groot deel toe de rechtvaardigheid op te bouwen en daardoor de vrede te verzekeren. Mijne heren, denkt niet dat uw taak is volbracht, zij wordt integendeel met .de dag dringender. Wat een rampen - en wat voor rampen! -, wat een tekorten, misbruiken, onrechtvaardigheden, wat een lijden en wat een klachten doen zich in de wereld van de arbeid nog voor. Staat u ons toe voor u als tolk op te treden van allen die onrechtvaardig lijden, die op een onwaardige wijze worden uitgebuit, op smadelijke wijze naar lichaam. en ziel worden aangetast, worden vernederd door systematisch bedoelde, georganiseerde en opgelegde, onterende arbeid. Hoort die kreet van smart die blijft opklinken vanuit de lijdende mensheid!
Strijdt moedig en onvermoeibaar tegen de telkens herlevende misbruiken en de onophoudelijk hernieuwde onrechtvaardigheden, dwingt de particuliere belangen ertoe om zich aan de ruimere visie van het algemeen welzijn te onderwerpen, past de oude maatregelen aan aan de nieuwe noden, lokt nieuwe uit, brengt de volkeren ertoe om ze kracht van wet te geven en grijpt de middelen aan om ze te laten eerbiedigen, want het moet opnieuw worden gezegd: 'het zou een vergeefse zaak zijn om bekendheid te geven aan rechten, als men niet tegelijkertijd alles in het werk zou stellen om de plicht te waarborgen deze te eerbiedigen, door allen, overal en voor allen'. H. Paus Paulus VI, Boodschap, Voor het Internationaal Congres over de Mensenrechten, Teheran (15 apr 1968)
Laten we het eraan durven toevoegen: u moet de mens tegen zichzelf beschermen, de mens dreigt niet meer dan een deel van zichzelf te zijn, herleid tot, zoals men dat heeft genoemd, één enkele dimensie. vgl. bijvoorbeeld H. Marcuse, L'homme unidimensionnel, vertaald vanuit het Engels door M. Wittig en de schrijver, Parijs, Editions de Minuit, 1968 Men moet tot iedere prijs voorkomen, dat hij alleen maar de gemechaniseerde leverancier is van een blinde. machine, die het beste deel van hemzelf verslindt, of van een staat die in de verleiding verkeert alle krachten alleen aan zichzelf dienstbaar te maken. De mens moet worden beschermd, een mens die wordt meegesleept door de enorme krachten die hij in werking zet en wordt verzwolgen door de ontzaglijke voortgang van zijn werk, een mens die wordt meegesleurd door de stormachtige ontwikkeling van zijn vindingen, die bij wijze van spreken duizelt van het groeiend contrast tussen de verbazing wekkende toeneming van hetgeen hem ter beschikking staat en de o zo gemakkelijk onrechtvaardige verdeling van die welvaart tussen de mensen en de volkeren. De mythe van Prometheus werpt zijn verontrustende schaduw over het drama van onze tijd, waarin het bewustzijn van de mens er niet in slaagt dezelfde hoogte te bereiken als zijn activiteit en de zware verantwoordelijkheden in getrouwheid aan het liefdesplan van God met de wereld op zich te nemen. Zou ons de les van de tragische geschiedenis van de toren van Babel zijn ontschoten, waarin de verovering van de natuur door de mens die God is vergeten, samengaat met een ontbinding van de menselijke gemeenschap? Vgl. Gen. 11, 1-9
Boven alle ontbindende krachten van strijd en babelse spraakverwarring uit moet de stad van de mens worden gebouwd, een stad waarvan de enige duurzame en hechte band de broederliefde is, tussen de rassen en de volkeren, net zo goed als tussen de klassen en de generaties. Dwars door alle conflicten die onze tijd verscheuren heen komt,' veelmeer dan een eis om te hébben, een wettig verlangen naar te zijn steeds meer naar voren. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 1.8 U heeft al sinds vijftig jaar een steeds dichter net van juridische maatregelen geknoopt dat het werk van de mensen, de vrouwen, de jongeren beschermt en hen van een passende beloning verzekert. Nu moet u de middelen aangrijpen om de organische deelneming van alle werkers niet alleen aan de vruchten van hun arbeid maar ook aan de economische en sociale verantwoordelijkheden waarvan hun toekomst en die van hun kinderen afhankelijk zijn te waarborgen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 68
U moet ook de deelneming van alle volkeren aan de opbouw van de wereld waarborgen en u van vandaag af bezighouden met de minder bedeelde volkeren, precies zoals u voorheen de sociale groeperingen die het minst bedeeld waren als eerste zorg kende. Dat wil zeggen, dat uw wetgevende arbeid onverschrokken voortgang moet vinden en zich op volstrekt nieuwe wegen moet begeven, die het solidariteitsrecht van de volkeren op hun volledige ontwikkeling verzekeren en die op bijzondere wijze 'aan ieder volk' de kans geven 'zelf de schepper van zijn bestemming te worden'. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 65 Dat is een uitdaging waarvoor u vandaag bij de aankondiging van het tweede decennium van de ontwikkeling wordt gesteld. Het past bij u er de aandacht op te vestigen. Het ligt op uw terrein de beslissingen te nemen die zullen voorkomen, dat aan zo vele verwachtingen de bodem wordt ingeslagen, en die een einde zullen maken aan de bekoringen om vernietigend geweld te gebruiken. U moet in rechtsregels de solidariteit die zich steeds meer aan het bewustzijn van de mensen opdringt tot uitdrukking brengen. Precies zoals u vroeger door uw wettelijke arbeid de bescherming en het voortbestaan van de zwakke tegen de macht van de sterke in hebt verzekerd - Lacordaire zei het al: 'Tussen de sterke en de zwakke staat de vrijheid als onderdrukker en de wet als bevrijder' - 52e conferentie van de Notre-Dame, vastentijd 1848, in Oeuvres du R.P. Lacordaire, t. LV, Parijs, Poussielgue, 1872, blz. 494, moet u voortaan een vaste greep zien te krijgen op de rechten van de sterke volkeren en de ontwikkeling van de zwakke volkeren zien te bevorderen door niet alleen de theoretische maar ook de praktische voorwaarden te scheppen voor een werkelijk internationaal arbeidsrecht voor hele volkeren. Zoals ieder mens moet ook ieder volk zich inderdaad kunnen ontwikkelen, groeien in menselijkheid, minder menselijke omstandigheden achter zich laten om meer menselijke omstandigheden te bereiken. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 15.20 Daartoe zijn aangepaste omstandigheden en middelen nodig, een gemeenschappelijke wil, waaraan uw op vrijwillige basis uitgewerkte verdragen tussen regeringen, werknemers en ondernemers in toenemende mate uitdrukking zouden kunnen en moeten geven. Er zijn reeds verschillende gespecialiseerde organisaties aan het werk om dat grootse werk te volbrengen. U moet voortgaan op die weg.
Hiermee wordt aangegeven, dat de technische voorzieningen, al zijn ze onmisbaar, geen vrucht kunnen voortbrengen zonder dat besef van het algemeen welzijn dat het onderzoek bezielt en daartoe inspireert en de inspanning gaande houdt, zonder dat ideaal dat alle betrokkenen ertoe brengt om boven zichzelf uit te groeien bij de opbouw van een broederwereld. Die wereld van de toekomst zal moeten worden opgebouwd door degenen die nu jong zijn, maar het is uw taak hen daarop voor te bereiden. Velen ontvangen een onvoldoende vorming, beschikken niet echt over de mogelijkheden om een vak te leren en werk te vinden. Velen staan ook voor taken die voor hen zinloos zijn, staan voor opgaven waarvan de eentonige herhaling hun weliswaar enige verdienste kan opleveren, maar die niet volstaat om hun een reden van bestaan te geven en voldoening te geven aan hun gerechtvaardigd verlangen om als mensen hun plaats in de maatschappij in te nemen. Wie in de rijke landen begrijpt niet hun angst voor de opdringende technocratie, hun afwijzing van een maatschappij die er niet in slaagt hen te integreren en wie in de arme landen begrijpt niet hun klacht, dat ze bij gebrek aan voldoende opleiding en aangepaste middelen hun volle aandeel aan de taken die hun wachten niet kunnen bijdragen? Bij de huidige verandering van de wereld klinkt hun protest als een kreet van pijn en een roep om rechtvaardigheid. Te midden van de crisis die de moderne beschaving aan het wankelen brengt, wacht de jeugd met angst en ongeduld: laten wij voor hen de wegen naar de toekomst banen, hun nuttige taken bieden en hen erop voorbereiden. Op dit terrein is heel veel te doen. U bent er zich overigens scherp van bewust en we wensen er u geluk mee, dat u als programmapunt voor uw 53e vergadering heeft opgevoerd de bestudering van speciale programma's voor inzet en opleiding van de jeugd met het oog op de ontwikkeling. Internationale Arbeidsorganisatie, Rapport VIII (n, Genève, B.I.T., 1968