
H. Paus Johannes Paulus II - 6 januari 1980
Dierbare broeders en zusters,
De bijzondere Synode waarin alle Bisschoppen van de Nederlandse kerkprovincie samen met de Paus bijeenkomen zal op 14 januari haar werkzaamheden aanvangen. De idee een dergelijke Synode bijeen te roepen is gegroeid uit mijn vele gesprekken met Kardinaal Johannes Willebrands, voorzitter van uw Bisschoppenconferentie, en met ieder van uw Bisschoppen afzonderlijk. Zij staan aan het hoofd van de Kerk die in uw land in deze tijd haar zending te vervullen heeft verenigd met de universele Kerk, in dienst van haar grote opdracht: de mens en de wereld in Jezus Christus te vernieuwen volgens de leer van het Tweede Vaticaans Concilie.
U weet dat dit Concilie de gemeenschappelijke oriëntatie heeft aangeduid, de gemeenschappelijke weg als het ware die de universele Kerk en iedere plaatselijke Kerk moeten gaan. Het thema van de Synode, dat tevens ook haar opdracht uitdrukt, is juist deze na-Conciliaire weg van de Kerk in Nederland: het uitoefenen van de pastorale arbeid van de Kerk in Nederland in de huidige omstandigheden, opdat de Kerk meer als 'Communio' naar voren komt. Dit is ook van bijzondere betekenis voor de eenheid en de samenhorigheid van de universele Kerk. De Kerk realiseert immers haar algemeenheid, haar katholiciteit tegelijkertijd én in eenheid én in verscheidenheid. De Constitutie '2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)' zegt daarover: 'Dank zij deze algemeenheid brengen de afzonderlijke delen hun eigen gaven aan ten gunste van de andere delen en van de gehele Kerk. Zo groeit het geheel en groeien de afzonderlijke delen door alles wat ze met elkaar delen en door de gemeenschappelijke inspanningen om de volheid in de eenheid te bewerken'. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 13
De gemeenschap van het Godsvolk die de Kerk vormt in uw land heeft in haar eeuwenlange bestaan, en vooral tijdens de jongste generaties, rijke gaven voortgebracht, ook voor de eenheid van de universele Kerk en voor haar afzonderlijke delen. Gaarne breng ik hier hulde aan de uitzonderlijke bijdragen welke Nederland heeft geleverd aan de missieaktiviteit van de universele Kerk.
De katholieke kerk in Nederland kan zich ook verheugen om wat ze gepresteerd heeft op gebied van onderwijs, de zorg voor zieken en marginalen, en van het lekenapostolaat.
Door deze Synode wordt het leven van de Kerk in Nederland opnieuw onder ogen gezien met betrekking tot de taken die mede haar getuigenis bepalen ten opzichte van de huidige samenleving, en in verband met de bijdragen die zij geroepen is verder te leveren aan de universele zending van de Kerk.
De belangrijkste problemen die zich thans in de Kerk van Nederland stellen zullen het onderwerp uitmaken van de gemeenschappelijke bezinning van de Bisschoppen uit hoofde van hun bijzondere verantwoordelijkheid voor de Kerk. In dit verband wil ik hier aanhalen wat Kardinaal Bernard Alfrink ter zake heeft gezegd: 'De Bisschoppen van hun kant hebben een onherleidbare, eigen verantwoordelijkheid. Zij kunnen niet volstaan met enkel de stem van hun volk weer te geven, maar aan de gelovigen moeten zij ook het woord van de Heer voorhouden ... De Bisschoppen moeten hun eigen stem laten horen. Niet enkel als die van een gelovige onder de velen, maar ook de stem als een gezondene, als een voorganger.' 9 april 1969 (Katholiek Archief 24 (1969), 985)
De Bisschoppensynode geeft op bijzondere wijze uitdrukking aan de collegialiteit van het Episcopaat dat, in gemeenschap met de Paus en onder diens leiding, de hoogste autoriteit uitoefent in de pastorale dienst van de Kerk. Sinds het einde van het Concilie hebben Bisschoppen van de universele Kerk reeds verschillende malen een Algemene Synode gehouden. Nu voor het eerst komen Bisschoppen bijeen in een Bijzondere Synode. Het is uw en mijn hoop dat ook in deze vorm de Synode zich met vrucht van haar taak zal kwijten.
Ik wens daarom tot de Katholieke gemeenschap in Nederland een vurige oproep te richten aan de vooravond van de synode wanneer wij de Openbaring van Jezus bij zijn Doop vieren. Ook uw Nederland
Herderlijk Schrijven over aankomende Bijzondere Synode
(13 november 1979). Moge dan ook speciaal tijdens de synode de hulp van uw gebed niet ontbreken. De ideeën en voorstellen welke u mij hebt toegezonden door bemiddeling van uw Bisschoppen zijn zeer kostbaar. Maar ons gezamenlijk gebed is allereerst onmisbaar wanneer het gaat om wat ons tot God moet voeren, en om wat ons nader moet brengen tot het goede, tot de waarheid, tot de liefde en de vrede. Het is dus vooral uw gebed dat ik nu vraag als voorzitter van de Synode. Ik zal hen zeer dankbaar zijn die aan hun gebed ook hun persoonlijk offer en lijden en hun inzet voor de medemens willen toevoegen.
Deze uitnodiging welke ik richt tot alle leden van de Katholieke gemeenschap in Nederland wil ik ook, in ware oecumenische geest, richten tot onze broeders en zusters in de andere Christelijke kerken en gemeenschappen. De bijzondere Synode vindt immers plaats nu alle Christenen zich verenigen in gebed om de eenheid rond het thema 'Uw rijk kome'. Daarin bidden wij samen tot God voor de bevordering van de echte eenheid die onder allen moet groeien. In dat gebed vinden zeker ook een plaats al de problemen die behandeld worden door de Synode van de Kerk waarvan de leden sinds vele generaties met andere Christenen het leven van eenzelfde nationale gemeenschap delen.
Samen met uw beide Kardinalen en uw Bisschoppen geef ik mijn bijzondere pastorale zegen aan alle priesters, aan alle mannelijke en vrouwelijke religieuzen, en aan alle geliefde zusters en broeders in Nederland. Ik vertrouw de Synode toe aan de voorspraak van Maria, Moeder van de Heer en Moeder van de Kerk, aan haar die ook in vele plaatsen in uw land bijzonder vereerd wordt.
Vaticaanstad, Feest van de Openbaring van de Heer,
6 januari 1980.
Johannes Paulus PP. II