• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Uit liefde tot U bemin ik mijn naaste

Dit woord van het gebed plaatst ons voor twee liefdes die als het ware een tweeling zijn en onafscheidelijk.

Nu zijn er mensen die wij gemakkelijk beminnen. Maar er zijn anderen, bij wie dat moeilijk is: we vinden ze niet sympathiek, ze hebben ons gegriefd of ze hebben ons kwaad gedaan. Alleen als ik echt van God houd, zodat het menens is, alleen dan zal het me lukken ook van zulke mensen te houden, omdat het kinderen van God zijn, en omdat Hij het me vraagt.

Jezus heeft ook aangegeven hoe je van je naaste moet houden: namelijk niet alleen met het gevoel, maar vooral met daden. Dit is de manier, zei Hij: Ik zal je vragen: 'Heb je Mij te eten gegeven toen Ik honger had, in de persoon van de minste van mijn broeders? Heb je mij bezocht toen ik ziek was?' Vgl. Mt. 25, 34. vv

De catechismus vertaalt deze en andere woorden van de bijbel in het dubbele 'rijtje' van de zeven lichamelijke Vgl. Catechismus-Compendium, Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk (28 juni 2005), 632 en de zeven geestelijke werken van barmhartigheid Vgl. Catechismus-Compendium, Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk (28 juni 2005), 633. Het lijstje is echter onvolledig, en het zou nodig zijn om het bij de tijd te brengen. Als daar bijvoorbeeld iets staat over het spijzigen van hen die honger hebben, dan gaat het vandaag de dag niet meer alleen om deze of die individuele hongerlijder, maar over hele volkeren!

Wij herinneren ons allemaal de grootse woorden die Paulus VI heeft gesproken:

'De volkeren van de honger stellen vandaag de dag de volkeren van de overvloed op een dramatische manier voor een vraag. De Kerk is van deze angstschreeuw geschrokken, en roept daarom ieder op om met liefde de roep van zijn eigen broeder te beantwoorden' H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 4

Het is op dit punt dat zich bij de naastenliefde de rechtvaardigheid moet voegen, want - zo zegt nogmaals Paulus VI -

'het privé-bezit kan voor niemand als een onvoorwaardelijk en absoluut recht gelden. Niemand is ertoe gemachtigd om uitsluitend voor eigen gebruik zich een voorraad aan te leggen die groter is dan wat hij nodig heeft, wanneer intussen anderen het noodzakelijke missen' H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 22.

In dit licht bezien 'is elke bewapeningswedloop eenvoudig een onverdragelijk schandaal' H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 53.

In het licht van deze sterke woorden wordt het pas goed duidelijk, hoever wij, zowel ieder afzonderlijk als ook onze volkeren, nog afstaan van dit beminnen van de ander 'als onszelf, zoals Jezus het ons geboden heeft.

En daarbij komt dan nog dat andere gebod: 'en ik vergeef de beledigingen die mij zijn aangedaan'. Het lijkt wel of de Heer aan dit vergeven de voorrang geeft boven de eredienst: 'Als je je gaven komt brengen naar het altaar, en daar schiet je te binnen dat je broeder iets tegen je heeft, laat dan je gaven vóór het altaar achter, ga je eerst met je broeder verzoenen en kom dan terug om je gaven te offeren' (Mt. 5, 23-24).

Document

Naam: DE LIEFDE
Soort: Paus Johannes Paulus I - Audiƫntie
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 27 september 1978
Copyrights: © 1978, Priorij Nazaret, Tegelen
Bewerkt: 14 oktober 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test