Paus, Curie en Nederlandse Bisschoppen - 31 januari 1980
BESLUITEN BIJZONDERE SYNODE VAN BISSCHOPPEN VAN NEDERLAND | |||
► | DE LEKEN | ||
► | IN HET ALGEMEEN |
De leden van de Synode zijn er zich van bewust dat de leken een groot aandeel hebben in het pastorale werk van de Kerk. Zij spreken hun dankbare waardering uit jegens de duizenden leken die, geheel belangeloos, regelmatig en op ontelbaar veel manieren deelnemen aan verschillende taken zoals de liturgie, sociale activiteiten, catechese aan kinderen en volwassenen, uitwisseling en onderlinge hulpverlening, het bevorderen van de rechtvaardigheid en de vrede. Deze leken spannen zich in om de Kerk aanwezig te doen zijn in een steeds meer geseculariseerde wereld, en dat dikwijls onder moeilijke omstandigheden. De Synode spreekt ook haar gevoelens van oprechte erkentelijkheid uit ten aanzien van de talloze christenen, in het bijzonder van zieken en bejaarden, die hun steun verlenen aan het werk van de Kerk door middel van hun gebeden en hun offers. De richtlijnen die hierna gegeven zullen worden voor de pastorale werkers zullen alleen dan vruchtbaar kunnen zijn indien de vele leken die thans actief bezig zijn in de pastoraal dat zullen blijven doen.
De leden van de Synode stellen vast dat de kritische groepen, waaraan overigens ook priesters en religieuzen deelnemen, soms een te zware pressie uitoefenen op het leven van de Kerk. Dat geldt evenzeer voor bepaalde tijdschriften en andere vormen van publiciteit. Deze kritiek komt voort uit groeperingen die het onderling niet eens zijn: aan de ene kant 'progressieve groepen', aan de andere kant 'conservatieve'. De Bisschoppen geven toe dat de kritiek gedeeltelijk juist is en dat deze soms gepaard gaat met redelijke verlangens en nuttige impulsen voor de pastoraal. Maar de invloed van deze kritiek is negatief wanneer er wordt gegeneraliseerd, wanneer er sprake is van fanatisme, pressie, weigering om tot een dialoog te komen, en in het geval van ongegronde aanvallen op personen en instellingen van de Kerk. Dan roepen zij polarisatie op en zijn schadelijk voor het uitoefenen van de Bisschoppelijke functie alsmede voor de gemeenschap onder de gelovigen; zij ondermijnen de geest van broederlijke liefde en van vreugde die de kenmerken zijn van het christelijk leven. De Bisschoppen willen contact houden met deze groepen in de hoop dat zij een matigende invloed kunnen uitoefenen en ook om op directe wijze op de hoogte te blijven. Maar zij nemen zich ook voor om de afwijkingen van het geloof en de regels van de Kerk te signaleren, opdat de ware "Communio" duidelijk aan de dag treedt.