H. Paus Johannes XXIII - 8 december 1960
Eerbiedwaardige Broeders; zeer beminde Zonen!
Wij denken met vreugde aan het bezoek terug, dat Wij verleden jaar op 7 december brachten aan de Kerk van de HH. Apostelen bij gelegenheid van de sluiting van de Noveen tot de Onbevlekte Ontvangenis. Na ongeveer een eeuw deed dit feit onverwachts de traditie herleven van het persoonlijk bezoek van de Paus aan deze beroemde kerk.
De genaden, die Wij bij deze gelegenheid van de heilige Moeder van Jesus en Onze Moeder hebben afgesmeekt, zijn Ons verleend of zullen Ons gelukkig binnenkort geschonken worden.
De Diocesane Synode, die Ons zozeer ter harte ging, is geslaagd: en wel tot aller voldoening. Het werk, dat de levende inhoud van haar bepalingen bevat, die door een sterk verlangen naar geestelijke vooruitgang zijn ingegeven, is over de grenzen van de Eeuwige Stad in de wereld verspreid; en de uitvoering hiervan bij ons vormt het object van aandachtige studie en van vurige instemming bij de meest edelmoedige mensen, die de geestelijke en apostolische behoeften van Rome aanvoelen. Gedurende de Noveen tot de Onbevlekte Ontvangenis, toen Wij van plan waren ook dit jaar een godsdienstige bijeenkomst met Onze beminde zonen te houden, moesten Wij van vertrouwde zijde herhaaldelijk het verlangen vernemen, dat de Paus aan de viering van het grote geheim van de Onbevlekte Ontvangenis een grotere plechtigheid zou verlenen, door deze bijeenkomst, liever dan op de vigiliedag, op de dag zelf van het liturgische feest te vieren en wel in de schittering van de Liberiaanse Basiliek, die niet alleen in de Eeuwige Stad maar over de gehele wereld begroet en ten zeerste geeerd wordt als het meest waardige document van de Mariaverering in de Katholieke Kerk sedert de beroemdste dagen van haar geschiedenis.
De kerken, aan Maria toegewijd, zijn inderdaad ontelbaar en in ieder land zijn er prachtige en zeer rijke: maar de Basiliek van de H. Maria de Meerdere op de Esquilinus te Rome overtreft hen alle door de gewijde oudheid van haar verleden en op al haar bezoekers maakt zij een stemmige en tegelijk fascinerende indruk. Zeer geliefde zonen van Rome, Wij zijn dus verheugd u dit jaar hier te mogen ontvangen en u te begroeten in dit prachtige verblijf van de Moeder van Jezus, die ook onze Moeder is: goed en gezegend voor allen en voor ieder in het bijzonder.
Daar deze ontmoeting Ons er de gelegenheid toe geeft en Ons in zekere zin ertoe uitnodigt, verzoeken Wij u, zeer beminde zonen, u met Ons in de geest te verenigen door uw vurige blik op drie lichtpunten te werpen, die Wij in deze schitterende sfeer van religieuze geschiedenis en kunst en van mariale devotie onder liw levendige aandacht wensen te brengen. Wij zouden niet beter van deze gelegenheid kunnen gebruik maken, daar zij u uitnodigt om met des te meer overtuiging een opwekkend woord te aanvaarden en een aanmoediging te ontvangen om goed te doen en vertrouwen te hebben.
De drie punten, waarvan de zachte glans Ons ontroert en Ons aanmoedigt, zijn de volgende: