H. Paus Johannes Paulus II - 8 maart 2003
Beste jonge mensen!
Het is mij altijd een groot genoegen om ter gelegenheid van de Wereldjongerendag een speciale boodschap tot jullie te richten. De levendige herinnering aan mijn ervaringen bij onze ontmoetingen op vorige Wereldjongerendagen staat in mijn geheugen gegrift: jonge mensen samen met de paus, en een grote verzameling bisschoppen en priesters, allen met de ogen gericht op Christus, het licht van de wereld, tot wie wij baden en die wij verkondigen aan heel de menselijke familie.
Terwijl ik God dank voor het geloofsgetuigenis dat jullie kort geleden in Toronto weer hebben afgelegd, wil ik nogmaals zeggen wat ik ook aan de oever van het Ontario-meer tegen jullie heb gezegd: “De Kerk kijkt in deze tijd vol vertrouwen naar jullie en verwacht van jullie dat jullie de mensen van de zaligsprekingen zijn!” H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Meditatie - Opening WJD Toronto 2002 (25 juli 2002), 6
Voor de 18de Wereldjongerendag die in diocesen over de hele wereld zal worden gevierd, heb ik een thema gekozen dat verband houdt met het Jaar van de Rozenkrans: “Daar is je moeder” (Joh. 19, 27). Voordat Hij stierf, vertrouwde Jezus de apostel Johannes zijn meest dierbare toe: zijn moeder, Maria. Dit zijn de laatste woorden van de Verlosser, die daarmee een plechtig karakter krijgen en beschouwd zouden kunnen worden als zijn spirituele getuigenis.
De Zoon aan het kruis kan zijn lijden uitstorten in het hart van zijn moeder. Ieder kind dat lijdt, kent die behoefte. Ook jullie, dierbare jonge mensen, worden geconfronteerd met lijden: eenzaamheid, mislukkingen en teleurstellingen in jullie persoonlijk leven; moeilijkheden om een ingang te vinden in de volwassen wereld en het werkzame leven; scheiding en verlies binnen jullie familie; oorlogsgeweld en de dood van onschuldigen. Weet echter dat je in moeilijke tijden, die iedereen doormaakt, niet alleen bent: net als Johannes aan de voet van het kruis, geeft Jezus ook jou zijn moeder, opdat zij jou met haar tederheid zal troosten.
Mijn beste jonge mensen, jullie zijn van min of meer dezelfde leeftijd als Johannes en jullie kennen hetzelfde verlangen om bij Jezus te zijn. Vandaag ben jij het aan wie Jezus uitdrukkelijk vraagt om Maria ‘bij je in huis’ te ontvangen en haar ‘als een van jullie’ te verwelkomen; om van haar, die “alles in haar hart bewaarde en erover nadacht” (Lc. 2, 19), die innerlijke houding om te luisteren te leren, en haar nederig- en grootmoedigheid, die maakten dat zij werd uitverkoren als Gods eerste helper bij het werk van de verlossing. Zij zal zich kwijten van haar opdracht als moeder en jullie trainen en vormen tot Christus in jullie volkomen gestalte heeft gekregen. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Over de allerheiligste Rozenkrans, Rosarium Virginis Mariae (16 okt 2002), 15
Maria is de moeder van de goddelijke genade, omdat zij de moeder van de Maker van genade is. Vertrouw jezelf volledig aan haar toe! Jullie zullen de schoonheid van Christus uitstralen. Stel je open voor de adem van de Geest en jullie zullen moedige apostelen worden, in staat om het vuur van de naastenliefde en het licht van de waarheid overal om je heen te verspreiden. In de leerschool van Maria zul je ontdekken welke betrokkenheid Christus van jou verwacht en zul je leren om Christus in je leven op de eerste plaats te stellen en al je gedachten en handelen op Hem gericht te laten zijn.
Dierbare jonge mensen, jullie weten dat het christendom niet een zienswijze is en dat het niet bestaat uit holle woorden. Het christendom is Christus! Het is een Persoon, een levende Persoon! Jezus leren kennen, Hem liefhebben en Hem geliefd maken: dat is de christelijke roeping. Maria is je gegeven om je te helpen een authentiekere en persoonlijker relatie met Jezus aan te gaan. Maria leert je door haar eigen voorbeeld om Hem in liefde te beschouwen, want Hij heeft ons eerst liefgehad. Door haar bemiddeling vormt zij jullie hart om tot het hart van een leerling, dat kan luisteren naar haar Zoon, die het gezicht van zijn Vader en de werkelijke waardigheid van de menselijke persoon openbaart.
Met Maria, de dienstmaagd van de Heer, zul je de blijdschap en vruchtbaarheid van het verborgen leven ontdekken. Met haar, leerling van de Meester, zul je Jezus volgen langs de straten van Palestina en getuige worden van zijn prediking en wonderen. Met haar, de treurende Moeder, zul je bij Jezus zijn in zijn lijden en dood. Met haar, Maagd van de hoop, zul je de vreugdevolle verkondiging van Pasen en de onschatbare gave van de heilige Geest ontvangen.
Jullie weten ook, goede vrienden, dat dit geen gemakkelijke opdracht is. Het wordt ook absoluut ondoenlijk als je alleen op jezelf rekent. Maar “wat menselijk gezien onmogelijk is, is mogelijk dankzij God” (Lc. 18, 27)(Lc. 1, 37).
Ware leerlingen van Christus kennen hun eigen zwakheid. Om die reden stellen zij al hun vertrouwen op de genade van God en aanvaarden zij die met heel hun hart, in de overtuiging dat zij zonder Hem niets kunnen Vgl. Joh. 15, 5 . Wat hen kenmerkt en van anderen onderscheidt, zijn niet hun talenten of natuurlijke gaven. Het is hun vastberadenheid om Jezus te blijven volgen. Mogen jullie in hun voetsporen volgen, zoals zij in die van Christus! “Moge Hij de ogen van uw hart verlichten, zodat u ziet hoe groot de hoop is waartoe Hij u roept, hoe rijk de heerlijkheid is van zijn erfdeel te midden van de heiligen en overgroot zijn macht over ons die geloven” (Ef. 1, 18-19).
Beste jonge mensen, de volgende Wereldbijeenkomst zal, zoals jullie weten, in 2005 gehouden worden in Duitsland, in de stad en het diocees Keulen. De weg is nog lang, maar de twee jaar die ons van die afspraak scheiden, kunnen dienen als een tijd van intensieve voorbereiding. Om jullie te helpen op deze weg heb ik de volgende thema’s voor jullie gekozen:
In de tussentijd zullen jullie elkaar op Palmzondag in jullie plaatselijke Kerk ontmoeten: beleef deze ervaring met grote betrokkenheid, in het gebed, door aandachtig te luisteren en met vreugde te delen in deze gelegenheden om steeds van te blijven leren, en door uiting te geven aan je levendige, vrome geloof! Jullie moeten, net als de Wijzen, pelgrims zijn die gedreven worden door het verlangen om de Messias te vinden en Hem te aanbidden! Verkondig zonder schroom dat Christus, die is gestorven en verrezen, het kwaad en de dood heeft overwonnen!
In deze tijd waarin wij leven onder de dreiging van geweld, haat en oorlog, moeten jullie ervan getuigen dat alleen Hij werkelijk vrede kan schenken in het hart van de mensen, gezinnen, en volken van deze aarde. Zet je in voor de bevordering van vrede, gerechtigheid en broederschap. Vergeet niet wat er in het evangelie staat: “Gelukkig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden” (Mt. 5, 9). Ik vertrouw jullie toe aan de gezegende Maagd Maria, Moeder van Christus en Moeder van de Kerk, en vergezel jullie met een bijzondere apostolische zegen, als teken van mijn vertrouwen en uiting van mijn genegenheid voor jullie allen.
Vanuit het Vaticaan, 8 maart 2003.
Paus Johannes Paulus II