H. Paus Johannes Paulus II - 18 mei 1998
Reeds vanaf de eerste eeuwen tot op de huidige dag belijdt de Kerk aangaande het geloof in Christus en zijn verlossingsmysterie waarheden die later in geloofssymbola verzameld zijn; tegenwoordig zijn namelijk het Geloofsbelijdenis
Twaalf artikelen van het geloof
Geloofsbelijdenis volgens de Romeinse doopritus
(31 juli 381) of het 1e Concilie van Constantinopel
Credo van Nicea - Constantinopel
(31 juli 381) algemeen bekend en worden door de christengelovigen uitgesproken tijdens plechtige en feestelijke misvieringen.
Dit 1e Concilie van Constantinopel
Credo van Nicea - Constantinopel
(31 juli 381) is opgenomen in de door de Congregatie voor de Geloofsleer verder uitgewerkte Geloofsbelijdenis. Congregatie voor de Geloofsleer, Geloofsbelijdenis en eed van trouw bij de aanvaarding van een ambt uit te oefenen in naam van de Kerk (9 jan 1989) Bepaalde gelovigen hebben de bijzondere verplichting deze uit te spreken bij de aanvaarding van sommige ambten die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op het dieper onderzoek inzake waarheden van geloof en zeden, of die verbonden zijn met een bijzondere macht in het bestuur van de Kerk. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 833