H. Paus Johannes Paulus II - 29 juni 1999
"Het woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond" (Joh. 1, 14)
Dierbare jongeren,
Vijftien jaar geleden, aan het einde van het Heilig Jaar van de Verlossing, heb ik jullie een groot houten Kruis toevertrouwd met de vraag om dit door heel de wereld te dragen als een teken van de liefde die Jezus de Heer voor de mensheid heeft en aan iedereen te verkondigen dat alleen in Christus die gestorven en verrezen is redding en verlossing bestaat. Vanaf die dag heeft dat Kruis, gedragen door onbaatzuchtige handen en harten, een lange ononderbroken pelgrimstocht door alle werelddelen gemaakt om te laten zien dat het Kruis meegaat met jongeren en dat jongeren meegaan met het Kruis.
Rond het 'Heilig Jaar-Kruis' werden Wereldjongerendagen geboren en ontwikkeld als zinvolle 'momenten van rust' op jullie reis als jonge christenen; een blijvende en nadrukkelijke uitnodiging om het leven te bouwen op de rots die Christus is. Wij loven de Heer voor de talloze vruchten die in de harten van enkelingen en in heel de kerk geboren worden dankzij de Wereldjongerendagen, welke in deze laatste periode van de eeuw kenmerkend waren voor de reis van jonge gelovigen op weg naar het nieuwe millennium.
Na de continenten te hebben overbrugd keert dat Kruis nu terug naar Rome en brengt de gebeden en betrokkenheid van miljoenen jongeren met zich mee die het hebben herkend als een eenvoudig en heilig teken van Gods liefde voor de mensen. In Rome zal namelijk zoals jullie weten de Wereldjongerendag 2000 worden gehouden, in het middelpunt van het grote Jubileum.
Dierbare jongeren, ik nodig jullie daarom uit met blijdschap de pelgrimstocht naar Rome te ondernemen voor deze belangrijke kerkelijke bijeenkomst die echt het "Jeugdjubileum" zal zijn. Bereid je erop voor de Heilige Deur binnen te gaan wetende dat dat het geloof in Hem verstevigt, opdat we het nieuwe leven zullen leiden dat Hij ons gegeven heeft Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Bul ter afkondiging van het Grote Jubileumjaar 2000, Incarnationis mysterium (30 nov 1998), 8.
Aan de vooravond van het millennium doe ik weer een dringend beroep op jullie de deuren wijd open te zetten naar Christus die "aan diegenen die Hem toch opnamen het vermogen gegeven heeft om kinderen te worden van God" (Joh. 1, 12). Jezus Christus ontvangen betekent van de Vader de opdracht aannemen te leven, door Hem en onze broeders en zusters lief te hebben en zich met iedereen zonder onderscheid solidair te tonen; het betekent geloven dat in de geschiedenis van de mensheid, ook al wordt die gekenmerkt door kwaad en lijden, het laatste woord toekomt aan het leven en de liefde, omdat God onder ons is komen wonen en wij dus mogen wonen in Hem. Door zijn menswording werd Christus arm om ons met zijn armoede rijk te maken en schonk Hij ons verlossing, die bovenal de vrucht is van het bloed dat aan het Kruis vergoten werd Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 517 . Op Calvarië "heeft Hij onze smarten gedragen ... Hij werd doorstoken vanwege onze opstandigheid" (Jes. 53, 4-5). Het allerhoogste offer van zijn leven, vrijwillig gegeven voor onze redding, is het bewijs van Gods oneindige liefde voor ons. De heilige apostel Johannes schrijft: "Zoveel immers heeft God van de wereld gehouden, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft geschonken, zodat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven bezit" (Joh. 3, 16). Hij heeft Hem gezonden om in elk opzicht, met uitzondering van de zonde, te delen in ons menselijk bestaan; God 'gaf' Hem totaal aan de mensen, ondanks hun halsstarrige en moordlustige verwerping Vgl. Mt. 21, 33-39 , om door zijn dood verzoening te verkrijgen. "De God van de schepping doet zich kennen als de God van de verlossing, als de God die 'getrouw' is, trouw aan zijn liefde jegens de mens en de wereld, zoals Hij reeds heeft geopenbaard op de dag van de schepping. ... Hoe groot en waardevol moet de mens wel zijn voor zijn Schepper als hij 'zulk een grote Verlosser heeft verdiend' ". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Verlosser van de mensen, Redemptor Hominis (4 mrt 1979), 9-10
Jezus ging zijn dood tegemoet. Hij onttrok zich aan geen van de gevolgen van zijn bestaan 'met ons', 'Emmanuel'. Hij nam onze plaats in, en aan het kruis kocht Hij ons vrij van het kwaad en de zonde. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 50 Net als de Romeinse centurio - toen hij zag op welke manier Jezus stierf - begreep dat Hij de Zoon van God was Vgl. Mc. 15, 39 , begrijpen ook wij bij het zien en overdenken van de gekruisigde Heer wie God werkelijk is, omdat Hij in Jezus de diepte onthult van zijn liefde voor de mensheid. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Verlosser van de mensen, Redemptor Hominis (4 mrt 1979), 9 'Passie', lijden, houdt in vurige liefde, onvoorwaardelijke zelfgave: Christus' passie is het hoogtepunt van een heel leven 'gegeven' voor zijn broeders en zusters, om het hart van de Vader te openbaren. Het kruis dat uit de aarde lijkt op te rijzen reikt in werkelijkheid naar beneden vanuit de hemel, het heelal omvattend in een goddelijke omhelzing. Het Kruis onthult zichzelf als "het centrum, de zin en het doel van heel de geschiedenis en elk menselijk leven". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 50
"Eén mens is gestorven voor allen" (2 Kor. 5, 14): Christus "heeft zich voor ons overgeleverd als offergave en slachtoffer, een lieflijke geur voor God" (Ef. 5, 2). Achter de dood van Jezus schuilt een plan van liefde, dat door het geloof van de kerk het 'mysterie van de verlossing' wordt genoemd: de gehele mensheid wordt verlost - namelijk van de slavernij van de zonde - en binnengeleid in het koninkrijk van God. Christus is de Heer van hemel en aarde. Ieder die naar zijn Woord luistert en in de Vader gelooft die Hem gezonden heeft, heeft eeuwig leven. Vgl. Joh. 5, 24 Hij is het "Lam van God die de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1, 29.36), de hogepriester die - geleden hebbend als wij - in staat is in onze zwakheid te delen Vgl. Heb. 4, 15 en - 'vervolmaakt' door de smartelijke ervaring van het kruis - "voor allen die Hem gehoorzamen oorzaak van eeuwige redding" wordt (Heb. 5, 9).
Overweeg en denk na! God schiep ons om te delen in zijn eigen leven; hij roept ons om zijn kinderen te zijn, levende deelnemers aan het mystieke Lichaam van Christus, lichtende tempel van de Geest van Liefde. Hij roept ons als de zijnen: Hij wil dat wij allemaal heiligen zijn. Dierbare jongeren, moge het jullie heilige ambitie zijn om heilig te zijn zoals Hij heilig is.
Jullie zullen mij vragen: maar is het tegenwoordig mogelijk om een heilige te zijn? Als we ons slechts op menselijke kracht zouden kunnen verlaten zou die onderneming werkelijk onmogelijk zijn. Jullie weten heus wel wat je goed doet en waarin je faalt; jullie kennen de zware lasten die op de mens rusten, de vele gevaren die hem bedreigen en de gevolgen van zijn zonden. Af en toe worden we misschien gegrepen door ontmoediging en gaan we zelfs denken dat het onmogelijk is iets in de wereld of onszelf te veranderen.
Hoewel de reis moeilijk is kunnen we in de Ene die onze Verlosser is alles aan. Wend jezelf dan tot niemand anders dan tot Jezus. Zoek niet ergens anders naar wat alleen Hij je kan geven, omdat "er onder de hemel geen andere naam aan mensen gegeven is waardoor wij ons kunnen laten redden" (Hand. 4, 12). Met Christus wordt heiligheid - het goddelijke plan voor iedere gedoopte - mogelijk. Vertrouw op Hem; geloof in de onoverwinnelijke kracht van het evangelie en maak het geloof tot basis van je hoop. Jezus gaat met je mee, Hij vernieuwt je hart en sterkt je met de energie van zijn Geest.
Jongeren van ieder werelddeel, wees niet bang om de heiligen te worden van het nieuwe millennium! Mediteer, hou van het gebed; leef in overeenstemming met je geloof en onbaatzuchtig in dienst van je broeders en zusters, wees actieve leden van de kerk en bouwers van vrede. Blijf luisteren naar Zijn Woord om te slagen in deze veeleisende levensopgave, haal kracht uit de sacramenten, met name de eucharistie en de biecht. De Heer wil dat jullie moedige apostelen van zijn evangelie worden en bouwers van een nieuwe menselijkheid. Je kunt toch eigenlijk niet zeggen dat je in de mensgeworden God gelooft zonder dat je krachtig stelling neemt tegen alles wat de menselijke persoon en het gezin kapot maakt? Als je gelooft dat Christus de liefde van de Vader bekend heeft gemaakt voor iedereen, kun je alleen maar blijven proberen mee te bouwen aan een nieuwe wereld, gegrondvest op de kracht van liefde en vergeving, op de strijd tegen onrecht en alle lichamelijke, morele en geestelijke nood, op het streven van de politiek, economie, cultuur en technologie naar dienstbaarheid aan de mens en zijn integrale ontwikkeling.
Het mysterie van de vleeswording van de Zoon van God en dat van de Verlossing die Hij voor alle mensen heeft bewerkstelligd vormen de centrale boodschap van ons geloof. De kerk verkondigt dit door de eeuwen heen in haar gang "temidden van de misverstanden en vervolgingen van de wereld en de vertroostingen van God" H. Augustinus, Over de Stad Gods, De Civitate Dei. 18,51,2; PL 41,614 en zij vertrouwt het haar kinderen toe als een kostbare schat om te worden bewaard en gedeeld.
Ook jullie, dierbare jongeren, zijn de ontvangers en bewaarders van deze erfenis: "Dit is ons geloof. Dit is het geloof van de kerk, dat wij met overtuiging belijden in Jezus Christus onze Heer". Romeins pontificaal, Ritueel van het Vormsel We zullen het samen verkondigen bij de gelegenheid van de komende Wereldjongerendag waaraan naar ik hoop velen van jullie zullen deelnemen. Rome is een 'stadsbedevaartsoord' waar pelgrims door de gedachtenis aan de apostelen Petrus en Paulus en andere martelaren herinnerd worden aan de roeping van iedere gedoopte. Ten overstaan van de wereld, in augustus volgend jaar, zullen we de geloofsbelijdenis van de heilige apostel Petrus herhalen: "Maar Heer, naar wie zouden we gaan? In uw woorden vinden we inderdaad eeuwig leven" (Joh. 6, 68) omdat "u de Messias bent, de Zoon van de levende God" (Mt. 16, 16).
Ook aan jullie jongens en meisjes, die in de volgende eeuw volwassen zult zijn, is het 'Boek des Levens' toevertrouwd, dat de paus - die aan de vooravond van Kerstmis dit jaar als eerste de drempel van de Heilige Deur overgaat - aan de kerk en aan de wereld zal laten zien als de oerbron van leven en hoop voor het derde millennium. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Bul ter afkondiging van het Grote Jubileumjaar 2000, Incarnationis mysterium (30 nov 1998), 8
Dat het jullie meest kostbare schat moge worden: in de zorgvuldige bestudering en edelmoedige aanvaarding van het Woord van de Heer zul je voedsel en kracht vinden voor je dagelijks leven, je zult gemotiveerd worden om je onvermoeibaar in te zetten voor het bouwen aan een 'beschaving van liefde'.
De vleeswording van het woord en de verlossing van de mensheid zijn nauw verbonden met de boodschap waarin God aan Maria zijn plan openbaarde en in haar, een jong mens als jullie zelf, een hart vond dat geheel open stond voor het werk van zijn liefde. Eeuwenlang is dit in de christelijke gebedscultuur elke dag herdacht door het 'Engel des Heren' te bidden, Gods intrede in de geschiedenis van de mens. Moge dit jullie dagelijks overdachte gebed worden.
Maria is de dageraad die voorafgaat aan het opkomen van de Zon der gerechtigheid, Christus onze Verlosser. Met haar jawoord op de boodschap, toen zij zichzelf volledig openstelde voor het plan van de Vader, heeft zij de menswording van de Zoon verwelkomd en mogelijk gemaakt. Als eerste leerling, met haar discrete aanwezigheid, vergezelde zij Jezus helemaal tot Calvarië en ondersteunde de hoop van de apostelen toen zij op de verrijzenis en Pinksteren wachtten. In het leven van de kerk blijft zij op mystieke wijze degene die aan de komst van de Heer voorafging. Aan Maria, die ononderbroken haar dienst als moeder van de kerk en van iedere christen vervult, vertrouw ik met een gerust hart de voorbereiding op de vijftiende Wereldjongerendag toe. Moge de allerheiligste Maria jullie leren, dierbare jongeren, hoe je de wil van de hemelse Vader in je leven kunt ontwaren. Moge zij voor jullie de kracht en de wijsheid verwerven om tot God en over God te spreken. Dat zij door haar voorbeeld jullie de moed mag geven om in het nieuwe millennium de verkondigers te zijn van hoop, liefde en vrede.
Ik verheug mij erop velen van jullie volgend jaar in Rome te ontmoeten en "ik draag u nu op aan God en aan het woord van zijn genade, dat bij machte is om op te bouwen en het erfdeel te geven, met alle geheiligden" (Hand. 20, 32), terwijl ik, blij en met grote genegenheid, jullie allemaal zegen, alsmede jullie familieleden en dierbaren.
Vanuit het Vaticaan, 29 juni 1999, het hoogfeest van de heilige Petrus en Paulus
Johannes Paulus II