Antonius M. Kard. Javierre Ortas - 25 maart 1994
Dat veronderstelt dat de bisschoppenconferentie eerst alle mogelijkheden die in de liturgische boeken geboden worden, heeft benut, het resultaat van de reeds ingevoerde aanpassingen heeft beoordeeld en eventueel verbeterd, voordat zij overgaat tot het voorstellen van een verdergaande aanpassing.
Het nut of de noodzaak van een dergelijke aanpassing kan duidelijk worden op grond van een van de hiervoor genoemde punten, Alinea 53-61 zonder aan het overige te raken. Ook deze aanpassingen hebben allerminst de bedoeling de Romeinse ritus te veranderen, maar zij krijgen een plaats binnen deze ritus.
Het is dan ook de taak van de bisschoppenconferentie de aanpassingen die zij wenst door te voeren, overeenkomstig de hierna vastgestelde handelwijze aan de Apostolische Stoel voor te stellen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 40. 1
De Congregatie voor de Eredienst en de Regeling van de sacramenten is bereid de voorstellen van de bisschoppenconferenties te ontvangen en aan een onderzoek te onderwerpen, waarbij zij zowel het welzijn van de betreffende plaatselijke kerken als het algemeen welzijn van geheel de Kerk voor ogen houdt. Zij is bereid het proces van inculturatie te begeleiden, waar dit nuttig of noodzakelijk schijnt, overeenkomstig de uitgangspunten en overwegingen die in deze instructie zijn uiteengezet, Alinea 33-51 maar altijd in een geest van vertrouwvolle samenwerking en van gedeelde verantwoordelijkheid.